PERSONAGES | LES 3 Spraak en Stem

PERSONAGES LES 3 | Spraak en Stem

1 / 23
next
Slide 1: Slide
DramaMBOMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3Studiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

PERSONAGES LES 3 | Spraak en Stem

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Onze afspraken tijdens drama
1. Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.
2. Ga voorzichtig om met elkaar en ons materiaal.
3. Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.
4. Heb respect voor elkaar.
Telefoon in je kluisje.

Stilte vosje? = wees stil en luister naar de uitleg.

Slide 2 - Slide

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Wat gaan we doen?
  • Werken vanuit onze stem.
  • Personages tot leven brengen met behulp van tekst, spraak en stem.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Personages en stem
  • Ooit gemerkt hoe de stem van een personage in een film of toneelstuk je kan meeslepen in het verhaal?

  • Dit is niet alleen belangrijk voor de inleving
    van acteurs. Stem en spraak is ook cruciaal
    bij het vormgeven van personages.

Slide 4 - Slide

Vaak werken we met personages vanuit de stereotype en maken we dit fysiek.
Oude mensen lopen krom en machtige mensen lopen met hun kin omhoog.

Je kan ook personages creëren door eerst te spelen met verschillende fysieke aanpassingen. 
Personages en stem
Je wilt dat het publiek jouw personage leert kennen.

Wat maak je duidelijk door jouw stem en de manier
waarop jouw personage praat? 
  • Het overbrengen van emoties (wat voel je?)
  • Persoonlijkheid (wie ben je?)
  • Achtergrondverhaal (wat heb je meegemaakt?)

Ieder heeft hun eigen toon, tempo, accenten en woordkeuze

Slide 5 - Slide

Vaak werken we met personages vanuit de stereotype en maken we dit fysiek.
Oude mensen lopen krom en machtige mensen lopen met hun kin omhoog.

Je kan ook personages creëren door eerst te spelen met verschillende fysieke aanpassingen. 
Brainstormen: Bekende personages
  • Welke voorbeelden ken jij van bekende personages? 
     Kies er minimaal 2. (toneel, films, tv, series, games, etc)

  • Beschrijf hoe hun stem en manier van praten hebben bijgedragen aan hun karakterisering.
    Hoe komt de persoonlijkheid, emoties en achtergrond van het personage duidelijk naar voren?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Kijk en luister
Kijk en luister naar de volgende 5 voorbeelden. 

Wat vertelt de stem en manier van praten over het personage? Denk aan persoonlijkheid, emoties en achtergrond.

Wat doet dit met de scène?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kijk en luister


Wat vertelt de stem en manier van praten over hoe Mr Bean zich nu voelt? 


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Kijk en luister

Hoe maakt de acteur het verschil duidelijk tussen de twee kanten van dit personage? 
Wat horen we aan zijn stem en manier van praten?


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Kijk en luister


Wat vertelt de stem en manier van praten over de relatie tussen deze zussen? 
Hoe maakt dit duidelijk wat zij willen van elkaar?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Kijk en luister


Hoe gebruikt Darth Vader zijn stem om te krijgen wat hij wilt?
Waarom lukt dit wel of waarom niet?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Kijk en luister


Wat valt je op aan de manier waarop de Joker zijn verhaal vertelt? Wat zegt dit over zijn emoties, persoonlijkheid of achtergrond?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Voorbeeld: Spelen van personages met tekst
Je manier van praten hoeft niet altijd over de stem te gaan. Je kan tekst ook op andere manieren benaderen: intonatie en tempo.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld: Spelen van personages met tekst
Je manier van praten hoeft niet altijd over de stem te gaan. Je kan tekst ook op andere manieren benaderen: intonatie en tempo.


"Wat  wil  jij?"

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Speloefening: Spelen van personages met tekst
  1. Lees samen de tekst. Telkens 2 spelers.
  2. Hoe denk je dat de personages klinken en waarom?
    Wees specifiek over intonatie, tempo, accenten, etc.
  3. Probeer verschillende interpretaties van de tekst en manieren van uitspreken. Hoe beïnvloed elke manier van spreken de scène en haar betekenis?
Iedereen heeft de scène minstens op 2 manieren gespeeld.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Maakopdracht: Spelen van personages met tekst
  1. Maak een groepje (2/3/4tallen) en lees samen de tekst. 
  2. Wat is de wie-wat-waar?  Wat kom je te weten over de personages en wat zij willen? Hoe zouden zij klinken?
  3. Bereid jullie scène voor en let op hoe je de eigenschappen van je personage duidelijk maakt in de stem en manier van praten. Probeer weer verschillende interpretaties van de tekst en manieren van uitspreken.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Afronding les 3

Wat vindt jij?: Elk personage moet een hoog / laag / grappig / raar stemmetje hebben.

  • Personages kan je ook duidelijk vormgeven in de manier waarop je praat, zoals in toon, tempo, intonatie en woordkeuze.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Speloefening: Hotseat
1 minuut lang ga jij als jouw personage antwoorden op de vragen van de interviewer.
  1. Bedenk voor jezelf een personage.
  2. Spreek af wie interviewt en wie observeert.
  3. De interviewer stelt vragen over het leven van het personage in de hotseat.
    De observator let op de manier van praten en andere kenmerken van het personage. 
  4. Wissel door (iedereen heeft elke rol gehad).
Het gaat niet om creatieve antwoorden, maar hoe deze antwoorden worden gegeven.

Slide 23 - Slide

De fysieke aanpassingen:
  • Handen in de zij.
  • Kauwgom kauwen.
  • Op het hoofd krabben.
  • Zuchtend achterover leunen.
  • Veelvuldig glimlachen.
  • Friemelen aan kleding.
Eventueel extra:
  • Vuisten knakken.
  • Nagelbijten.
  • Wrijven in de nek.
  • Knipogen.
  • Armen over elkaar.
  • Vingerpistooltjes.