Oefentoets Module 7 Regenten en Vorsten

Oefentoets Module 7 Regenten en vorsten 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Oefentoets Module 7 Regenten en vorsten 

Slide 1 - Slide


Welke jaartallen horen bij het tijdvak Regenten en Vorsten?
A
1400-1500
B
1500-1600
C
1600-1700
D
1700-1800

Slide 2 - Quiz

Wie hadden de meeste macht in de Nederlandse Republiek?
A
De koning en zijn hofhouding
B
De regenten uit rijke families
C
De hardwerkende mannen en vrouwen
D
De Staten-Generaal

Slide 3 - Quiz

Gouden Eeuw was de...
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 4 - Quiz

Wat is een regent?
A
Een vorst
B
Een koopvaarder
C
Een rijke handelaar die bestuurt
D
Een tot slaaf gemaakte

Slide 5 - Quiz

Wie schilderde de Nachtwacht?
A
Johannes vermeer
B
Rembrandt van Rijn
C
Frans hals
D
Jan Steen

Slide 6 - Quiz

Wie was geen schilder?
A
Rembrandt van Rijn
B
Johannes Vermeer
C
Jan Steen
D
Andries Bicker

Slide 7 - Quiz

Wie was geen beroemde Nederlandse schilder uit de Gouden Eeuw?
A
Johannes Vermeer
B
Rembrandt van Rijn
C
Jan Steen
D
Vincent Van Gogh

Slide 8 - Quiz

Dit schilderij heet 'De Staalmeesters' en is gemaakt door Rembrandt van Rijn in 1662. Welke uitspraak naar aanleiding van dit schilderij is onjuist?
A
De opdrachtgevers voor dit schilderij waren waarschijnlijk rijke kooplieden
B
Het schilderij is een afwijkend voorbeeld van schilderkunst uit de Gouden Eeuw.
C
Het doel van dit schilderij van de opdrachtgevers was pronken met macht en rijkdom.
D
Dit soort schilderijen kwamen in de Middeleeuwen minder vaak voor, omdat toen de kerk de belangrijkste opdrachtgever was.

Slide 9 - Quiz

Hoe werd het bestuur van een gewest genoemd?
A
Staten-Generaal
B
Provinciale Staten
C
Gewestelijke Staten
D
Raadpensionaris

Slide 10 - Quiz

Hoe heet de bijeenkomst van alle gewesten bij elkaar?
A
Gewestelijke Staten
B
Stadsbestuur
C
Stadhouder
D
Staten-Generaal

Slide 11 - Quiz

De ................ besliste of Nederland oorlog ging voeren of niet
A
Gewestelijke staten
B
Staten-Generaal

Slide 12 - Quiz

Wie was de legeraanvoerder van de Republiek?
A
Stadhouder
B
Raadpensionaris
C
Gewestelijke Staten
D
Staten-Generaal

Slide 13 - Quiz

Welke functie had Johan van Oldenbarnevelt?
A
Stadhouder
B
Raadpensionaris
C
Regent
D
Koning

Slide 14 - Quiz


WAAR OF NIET WAAR?
Het gewest Holland was veruit het rijkste en machtigste gewest.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

De VOC werd opgericht in 1602, maar waar staat VOC voor?
A
Verenigde Oostelijke Compagnie
B
Verenigde Oost-Indische Club
C
Verenigde Oostwaartse Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Compagnie

Slide 16 - Quiz

De VOC had een aantal rechten.
Wat waren enkele rechten van de VOC?
A
De VOC mocht oorlog voeren en forten bouwen
B
De VOC mocht verdragen sluiten
C
Alle antwoorden zijn goed.
D
De VOC mocht als enige handel drijven met Azië

Slide 17 - Quiz

De WIC handelde in?
A
Slaven, tabak en specerijen
B
Slaven, suikerriet en specerijen
C
Steenkool, tabak en suikerriet
D
Slaven, tabak en suikerriet

Slide 18 - Quiz

De WIC voer op....
A
Indonesië
B
Oostzeegebied
C
Scandinavië
D
Amerika

Slide 19 - Quiz

WIC is opgericht in
A
1702
B
1602
C
1721
D
1621

Slide 20 - Quiz

De WIC werd ook opgericht om...
A
De Portugezen dwars te zitten
B
Nederlandse schepen te beschermen
C
De Spanjaarden dwars te zitten
D
De VOC te helpentegen de Spanjaarden

Slide 21 - Quiz


Wat hoort bij de WIC?
A
Slavenhandel in Azië
B
Slavenhandel in Afrika en Amerika
C
Specerijenhandel in Azië
D
Specerijenhandel in Afrika en Amerika

Slide 22 - Quiz

Waarom noemen wij de Gouden eeuw eigenlijk de Gouden eeuw?
A
Het ging heel goed met de handel en de kunst
B
Er zijn toen veel schilderijen met gouden lijsten gemaakt
C
Nederland was leidend op veel gebieden. Bijvoorbeeld sport.
D
Er werd toen veel goud uitgegeven aan dure dingen

Slide 23 - Quiz

Wat is slavernij?
A
Systeem waarin mensen het eigendom van een ander zijn
B
Onvrije mensen met rechten
C
Vrije mensen met rechten
D
Onvrije mensen maar niet het bezit van een ander

Slide 24 - Quiz

Wat was de driehoekshandel?
A
Handel tussen Nederland, Spanje en Amerika
B
Handel tussen Europa, Afrika en Amerika
C
Handel tussen Europa, Amerika en Azië
D
Handel tussen Nederland, Afrika en Nieuw-Amsterdam

Slide 25 - Quiz

Bekijk hiernaast een plaatje van de driehoekshandel.

Welke compagnie hoort bij de driehoekshandel?
A
De VOC
B
De WIC

Slide 26 - Quiz