What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 3 - Engels voor Docenten
Oudergesprekken voeren in het Engels
1 / 41
next
Slide 1:
Slide
Engels
Beroepsopleiding
This lesson contains
41 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oudergesprekken voeren in het Engels
Slide 1 - Slide
Agenda
Week 1. Klaslokaal en de school.
Week 2. Mentorgesprek en kwaliteiten van het kind.
Week 3. Slecht nieuws gesprek.
Week 4. Praten over regels en werkwijze
Slide 2 - Slide
Common Dutch mistakes
The little boy was so brutal today!
Slide 3 - Slide
Common Dutch mistakes
I have seen that yesterday.
Slide 4 - Slide
Common Dutch mistakes
I did found out / Did you saw that?
Slide 5 - Slide
Common Dutch mistakes
I
wanna
join you
I'm
gonna
join you
Slide 6 - Slide
Common Dutch Mistakes
I wasn't in school because I was sick yesterday.
Slide 7 - Slide
4
Slide 8 - Video
00:17
Wat betekent "to catch a cold"?
Slide 9 - Mind map
00:55
Noem de drie genoemde redenen waarom het
naar is om de griep te hebben.
Slide 10 - Open question
01:10
Welke klachten hebben sommige
mensen met allergieën?
A
Een geïrriteerde huid en koorts
B
Een jeukende neus en veel hoesten
C
Een jeukende huid en loopneus
D
Een geïrriteerde huid en rode ogen
Slide 11 - Quiz
01:29
Koppel de ziektes aan de symptomen volgens de video
Allergies
A cold
The flu
Food poisoning
sneeze
cough
body aches
fever
itchy skin
runny nose
stomach ache
vomit
Slide 12 - Drag question
Noem de drie genoemde redenen waarom het
naar is om de griep te hebben.
Slide 13 - Open question
Wat betekent "to catch a cold"?
Slide 14 - Mind map
Welke klachten hebben sommige
mensen met allergieën?
A
Een geïrriteerde huid en koorts
B
Een jeukende neus en veel hoesten
C
Een jeukende huid en loopneus
D
Een geïrriteerde huid en rode ogen
Slide 15 - Quiz
Koppel de ziektes aan de symptomen volgens de video
Allergies
A cold
The flu
Food poisoning
sneeze
cough
body aches
fever
itchy skin
runny nose
stomach ache
vomit
Slide 16 - Drag question
Label het lichaam met de juiste lichaamsdelen
skull
thumb
shins
knee
thigh
shoulder
elbow
chest
stomach
Slide 17 - Drag question
Irregular verbs
Slide 18 - Slide
The Past Simple
Bij regelmatige ww
Bij onregelmatige ww
altijd het
hele WW + ed
Je gebruikt de Past Simple als je zeker
weet dat iets in het verleden gebeurd is
en
nu afgelopen is.
2e rij (Past Simple)
Slide 19 - Slide
Wat is verleden tijd van:
Wat is de verleden tijd van:
Zien | See
Slide 20 - Open question
Wat is verleden tijd van:
Wat is de verleden tijd van:
missen | miss
Slide 21 - Open question
Wat is verleden tijd van:
Wat is de verleden tijd van:
rijden | drive
Slide 22 - Open question
Wat is verleden tijd van:
Wat is de verleden tijd van:
vriezen | freeze
Slide 23 - Open question
Wat is verleden tijd van:
Wat is de verleden tijd van:
gaan | go
Slide 24 - Open question
Wat is verleden tijd van:
Wat is de verleden tijd van:
stop | stop
Slide 25 - Open question
Wat is verleden tijd van:
Wat is de verleden tijd van:
vliegen | fly
Slide 26 - Open question
Wat is verleden tijd van:
Wat is de verleden tijd van:
doen | do
Slide 27 - Open question
Irregular verbs
Slide 28 - Slide
Past simple & Past Continuous
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
What happened?
Object cards
Body part cards
?
Jimmy was going down the slide when he hurt his neck.
Slide 34 - Slide
Struikelen
To get caught in _____________
To choke _____________
To slip _____________
To get tangled _____________
To be hit _____________
To scrape _____________
To have an allergic reaction _____________
To twist _____________
To bump into _____________
To trip _____________
Bekneld raken
stikken
Uitglijden
verstrikt raken
geraakt worden
schrammen
allergische reactie hebben
verzwikken
botsen
Slide 35 - Drag question
Koppel de ziektes aan de symptomen volgens de video
Allergies
A cold
The flu
Food poisoning
sneeze
cough
body aches
fever
itchy skin
runny nose
stomach ache
vomit
Slide 36 - Drag question
Welke klachten hebben sommige
mensen met allergieën?
A
Een geïrriteerde huid en koorts
B
Een jeukende neus en veel hoesten
C
Een jeukende huid en loopneus
D
Een geïrriteerde huid en rode ogen
Slide 37 - Quiz
What was difficult about having these conversations? Which terms did you miss?
Slide 38 - Open question
Plan your bad news conversation.
Share something you like about the student.
Raise your main concern.
Be gentle, factual and give examples.
Ask how the parent or you the teacher can help resolve this issue.
End by reiterating everything that’s going right.
Summarise action points.
Slide 39 - Slide
Grammar Quiz
In Showbie
Slide 40 - Slide
Oudergesprekken voeren in het Engels
Slide 41 - Slide
More lessons like this
Engels - Taaldorp at the doctor
March 2024
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
Engels - Taaldorp at the doctor
June 2022
- Lesson with
11 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
Doctor's orders - part 3
May 2022
- Lesson with
15 slides
Engels
Secundair onderwijs
Influenza A Infection in a Pediatric Patient
August 2024
- Lesson with
11 slides
Health problems
April 2024
- Lesson with
40 slides
English
Secondary Education
Age 12,13
2BK_TH2_health-conditions
November 2023
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Illnesses
September 2021
- Lesson with
12 slides
Foreign language
Special Education
Herhaling H 1 en 2 woorden
3 days ago
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2