2.1 soorten bindingen

Soorten Bindingen
V4, paragraaf 2.1
1 / 23
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Soorten Bindingen
V4, paragraaf 2.1

Slide 1 - Slide

Deze les
Voorkennis
Uitleg (samen aantekeningen maken)
Eigen werk

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je weet welke drie soorten stoffen er zijn 
Je kunt ze indelen op basis van
- stroomgeleiding
- soort atomen

en uit welke bindignen ze bestaan

Slide 3 - Slide

Wat wordt bedoeld met de covalentie van een atoom?

Slide 4 - Open question

Covalentie
Het aantal attombindingen dat een atoom kan vormen om de edelgasconfiguratie te verkrijgen

Slide 5 - Slide

Wat is de systematische naam van dit molecuul? CS2
A
Koolstofsulfur
B
Koolstofsulfide
C
Koolstofdisulfur
D
Koolstofdisulfide

Slide 6 - Quiz

Hoeveel gemeenschappelijke elektroonparen zijn aanwezig in een molecuul koolstofdioxide?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 7 - Quiz

komt hier je demo-proef?
wat laat je leerlingen opschrijven tijdens de proef?
hoe houden ze overzicht over de verschillende resultaten?
ik voeg een dia toe als voorbeeld

Slide 8 - Slide

DEMO elektrisch geleidingsvermogen in verschillende fasen
Groep stoffen
Geleidbaarheid in vaste fase
Geleidbaarheid in vloeibare fase
soort deeltjes 
Voorbeelden

Slide 9 - Slide

stroomgeleiding van gesmolten zout kun je niet laten zien als demo, daar moet je een geschikt filmpje voor zoeken

Slide 10 - Slide

hoe komt je begrippennetwerk eruit te zien?
teken je dat zelf op het bord op een blanco dia?

Slide 11 - Slide

Metalen
Metaalbinding = binding tussen twee 
zijn opgebouwd uit metaal atomen 
Geleiden altijd stroom

Slide 12 - Slide

Zouten
Ionbinding: binding tussen 
zijn opgebouwd uit ionen van metalen metaalatomen en niet-metalenmetaalatomen
Geleiden wel stroom  in (l) en (aq), niet in (s)

Slide 13 - Slide

Moleculaire stoffen
Atoombinding: binding tussen bestaan uit twee niet-metal atomen
Geleiden nooit stroom

(de uitleg over de atoombinding volgt in de les erna)

Slide 14 - Slide

Welke soort moleculen hebben bindingen tussen + en - geladen ionen?
A
Zouten
B
Moleculaire stoffen
C
Metalen

Slide 15 - Quiz

feedback bij vorige vraag (vakdidactiek)
Welke soort moleculen hebben bindingen tussen + en - geladen ionen?
alléén moleculaire stoffen bestaan uit moleculen!
moleculen is een begrip op microniveau, maar je vraagt een antwoord op macroniveau
een betere formulering van de vraag die past bij het antwoord dat je wilt horen is "welke stoffen zijn opgebouwd uit ionen?"
(bindingen is nog geen leerdoel deze les)

Slide 16 - Slide

Welke van de volgende stoffen is een moleculaire stof?
A
CO2
B
Fe
C
FeO
D
CaCl2

Slide 17 - Quiz

tips bij formules schrijven in LU
bij meerkeuze antwoorden kun je molecuulformules met subscript schrijven via de formule- editor:
kies het tandwieltje linksboven het vakje van de antwoordoptie (bijv antwoord A, linksboven tandwieltje). Selecteer dan het sigma-symbool. Dan opent de formule-editor. In de linkerkolom zie je hoe je formules kunt typen. Voor CaCl2 typ je in de editor Ca Cl _ 2
Als je in de vraag subscript wilt gebruiken, typ de vraag dan niet direct in de dia, maar voeg eerst een tekstblok toe. In tekstblokken kun je wel subscript gebruiken

Slide 18 - Slide

Welke soort stof geleidt geen elektriciteit?

A
Zouten
B
Metalen
C
Moleculaire stoffen

Slide 19 - Quiz

feedback op vorige vraag
Welke soort stof geleidt geen elektriciteit?
in welke fase bedoel je hier?
zouten geleiden in vaste fase geen stroom, dus is dat dan ook juist antwoord?

Slide 20 - Slide

feedback 
de meeste vragen zijn gericht op reproductie, maar testen nog niet of leerling het ook kan toepassen of de betekenis begrijpt.
ik voeg hierna een vraag toe, die niet gericht is op reproductie maar op toepassen/begrip. Zie je het verschil?
(het is ook een voorbeeld van een vraag waarbij ik de tekst in een tekstblok heb gezet, zodat ik beter kan schuiven met tekst ten opzichte van de afbeelding)

Slide 21 - Slide


GOUD DER DWAZEN
Hiernaast zie je een brokje pyriet (FeS). Het wordt ook wel "Fools Gold" genoemd, omdat het erg op goud (Au) lijkt. Met welk eenvoudig proefje kun je aantonen dat dit brokje pyriet is en geen goud? Leg uit.

Slide 22 - Open question

Eigen werk
Leren voor de toets.
H2.1: opgave 1 tm 11 
H2 voorkennistoets en reflectie 

Slide 23 - Slide