Eerste kamer: werden direct door de Koning benoemd.
Tweede kamer: werd door beperkt kiesstelsel gekozen.
Alle wetten moesten goedgekeurd worden door het parlement, maar de koning regeerde per decreet (bevelsbesluit)
Over financiën hoefde hij maar 1x in de 10 jaar verantwoording af te leggen.
Hij regeerde met een kabinet waar hij zelf de ministers van benoemde of ontsloeg.
' De koning regeert alleen' stond in de grondwet