Rechtsstaat en democratie tv8

Rechtsstaat en democratie tv8
Doelen:
- Hoe werd Nederland een autoritaire constitutionele monarchie?
- Hoe kreeg Nederland een parlementair stelsel?
- Welke politieke stromingen en partijen ontstonden er?
- Hoe Nederland algemeen kiesrecht kreeg?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Rechtsstaat en democratie tv8
Doelen:
- Hoe werd Nederland een autoritaire constitutionele monarchie?
- Hoe kreeg Nederland een parlementair stelsel?
- Welke politieke stromingen en partijen ontstonden er?
- Hoe Nederland algemeen kiesrecht kreeg?

Slide 1 - Slide

Wat betekent een autoritaire constitutionele monarchie?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Congres van Wenen
- Koninkrijk der Nederlanden gesticht.
- Zoon van Willem V werd als prins ontvangen in Nederland en tot soeverein vorst gekroond.

Slide 6 - Slide

Waarom wilden de Britten een sterk Nederland creëeren?

Slide 7 - Open question

Koninkrijk der Nederlanden
- Koning Willem I liet een nieuwe grondwet maken
- rechten en plichten werden vastgelegd in de wet
-  persvrijheid en vrijheid van godsdienst werd vastgelegd. 
Maar: alle verenigingen hadden toestemming nodig van de Koning. 

Slide 8 - Slide

Koninkrijk der Nederlanden
- Nederland werd een eenheidsstaat (vrijheid van provincies en steden kregen hun oude rechten niet terug.
- Nederland kreeg een parlement met de naam Staten Generaal

Slide 9 - Slide

Welke functie had de Statengeneraal onder stadhouder Willem V?

Slide 10 - Open question

Willem I
- Regeert als een autoritaire koning en regeerde als absoluut verlicht vost.
-  Buitenlandse vorsten vonden dat prima. Ze vonden dat de Franse revolutie had laten zien dat democratie niet werkte. 

Slide 11 - Slide

Staten Generaal
Eerste kamer: werden direct door de Koning benoemd.
Tweede kamer: werd door beperkt kiesstelsel gekozen.

Alle wetten moesten goedgekeurd worden door het parlement, maar de koning regeerde per decreet (bevelsbesluit)
Over financiën hoefde hij maar 1x in de 10 jaar verantwoording af te leggen.
Hij regeerde met een kabinet waar hij zelf de ministers van benoemde of ontsloeg. 
' De koning regeert alleen' stond in de grondwet

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide