Naar komt veel voor als
vast voorzetsel bij werkwoorden.
Onze katten zijn genoemd naar tekenfilmfiguren. (genoemd naar)
Wat fijn dat ze zo goed naar ons geluisterd hebben. (luisteren naar)
Vast voorzetsel: er is geen ander voorzetsel mogelijk. Welke is hieronder juist?:
Treuren om - treuren op - treuren van