Herhalingsles Kapitel 3 en Kapitel 4

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herhalingles Kapitel 3 und Kapitel 4

Kapitel 3

1. Geslacht van het zelfstandige naamwoord

2. Meervoud bij zelfstandige naamwoorden

Kapitel 4

3. Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

4. Voltooid deelwoorden 

Herhalingles Kapitel 3 und Kapitel 4

Kapitel 3

1. Geslacht van het zelfstandige naamwoord

Vul het juiste lidwoord in: .... Oma

Vul het juiste lidwoord in: .... Vater

Vul het juiste lidwoord in: .... Buch

Vul het juiste lidwoord in: .... Mädchen

Vul het juiste lidwoord in: .... Zeitung

Vul het juiste lidwoord in: .... Hund

Vul het juiste lidwoord in: .... Mappe

Vul het juiste lidwoord in: .... Pferd

Herhalingles Kapitel 3 und Kapitel 4

Kapitel 3

2. Meervoud bij zelfstandige naamwoord

Maak het meervoud: der Ball

Maak het meervoud: das Heft

Maak het meervoud: die Katze

Maak het meervoud: der Onkel

Maak het meervoud: das Handy

Maak het meervoud: die Frau

Herhalingles Kapitel 3 und Kapitel 4

Kapitel 4

3. Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

Vervoeg het werkwoord: ich .... (spielen)

Vervoeg het werkwoord: er.... (machen)

Vervoeg het werkwoord: du.... (reisen)

Vervoeg het werkwoord: ihr.... (lieben)

Vervoeg het werkwoord: wir.... (wohnen)

Vervoeg het werkwoord: du.... (heizen)

Herhalingles Kapitel 3 und Kapitel 4

Kapitel 4

4. Voltooid deelwoorden

Maak van het werkwoord een voltooid deelwoord: spielen

Maak van het werkwoord een voltooid deelwoord: fotografieren

Maak van het werkwoord een voltooid deelwoord: verdienen

Maak van het werkwoord een voltooid deelwoord: schwimmen

Maak van het werkwoord een voltooid deelwoord: kontrollieren

Maak van het werkwoord een voltooid deelwoord: besuchen