Hfst 1 HVK 1.7, 1.8 en 1.9

1.7 Verkoopkanalen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
HVKMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1.7 Verkoopkanalen

Slide 1 - Slide

Verkoopkanaal
Het verspreiden van artikelen naar klanten kan via verschillende kanalen. Met een verkoopkanaal bedoelen we: 
het verkooppunt

Voorbeelden: supermarkt, speciaalmarkt, warenhuis, hypermarkt,  webshop, markt

Slide 2 - Slide

Supermarkt
  • Verkoopt food en non-food
  • steeds vaker: zelfbediening met een zelfscankassa 

Slide 3 - Slide

Niet alleen supermarkten hebben zelfscan maar ook andere winkels. Welke ken je?

Slide 4 - Open question

Speciaalzaak
Verkoopt producten uit 1 artikelgroep
Gespecialiseerd in een bepaalde producten
In de meeste speciaalzaken kan de klant zichzelf bedienen. 

Slide 5 - Slide

Welke winkels met alleen bediening ken je?

Slide 6 - Open question

Warenhuis
Een warenhuis is een grote winkel met verschillende artikelen. Je kunt er bijv. speelgoed, kleding, schrijfwaren, eten kopen.

Slide 7 - Slide

Noem een voorbeeld van een warenhuis

Slide 8 - Open question

Er zijn ook kleinwarenhuizen.
Een voorbeeld hiervan is
A
HEMA
B
Mediamarkt
C
Albert Heijn

Slide 9 - Quiz

Hypermarkt
  • Bestaat vooral uit het buitenland bijv. Frankrijk of Belgie. Het is een warenhuisachtige supermarkt.
  • Breed assortiment food en non food: veel verschillende soorten producten
  • Diep assortiment: veel keuze uit 1 artikelgroep bijv veel soorten brood.

Slide 10 - Slide

Webshop
De producten worden thuisbezorgd of afgehaald. 
Het afhaalpunt kan een fysieke winkel zijn.
Betalen kan bijv. met IDEAL, Afterpay, creditcard 

Slide 11 - Slide

Ambulante handel 
Is een handel die zich verplaatst zoals de markt.

Slide 12 - Slide

Singlechannel
  • Consument kan maar via 1 kanaal kopen. 
  • Denk aan de een traditionele winkel in de winkelstraat.

Slide 13 - Slide

Noem een winkel waar je maar via 1 kanaal kunt kopen

Slide 14 - Open question

Multichannel
Klanten kunnen via meerdere kanalen producten kopen.
Bijv online en in een winkel.  De winkel en online zijn niet op elkaar afgestemd.

Slide 15 - Slide

Deze winkel maakt gebruikt van multichannel
A
Kringloopwinkel
B
Action

Slide 16 - Quiz

Croschannel
Een consument kan via meerdere verkoopkanalen producten kopen. De consument kan kiezen om artikelen online te bestellen maar fysiek af te halen. Denk aan Hema of Ikea.

Slide 17 - Slide

Omnichannel
Verkoopkanalen lopen door elkaar. De consument kan bij aankoop verschillende kanalen door elkaar gebruiken. De klant kan bijv. online voorraad bekijken van een filiaal naar keuze.
Hij kan het artikel online reserveren en in de winkel afhalen. 

Slide 18 - Slide

Sommige winkels hebben een BUZ systeem. De klant weegt zijn producten zelf af en scant de producten bij de kassa zelf. Noem een winkel waar dit kan.

Slide 19 - Open question

VERKOOPSYSTEMEN
4 Verkoopsystemen
  • zelfbediening (supermarkt)
  • bediening (banketbakker)
  • zelfkeuze (schoenenwinkel)
  • semi-zelfbediening (supermarkt vb vleesafdeling)
Type verkoopsysteem heeft invloed op:
  • duur van het verkoopgesprek
  • mate waarin je ingaat op eigenschappen van artikel/advies en informeren
  • aantal vragen dat je stelt in het verkoopkoopgesprek

Slide 20 - Slide

Noem een winkel met zelfbediening

Slide 21 - Open question

Semi-zelfbediening: de klant wordt bij bepaalde producten geholpen en bij andere niet. Noem een winkel waarbij dit zo is.

Slide 22 - Open question

Aan de slag
maken opdrachten 14 t/m 16

Slide 23 - Slide

1.9 Assortiment

Slide 24 - Slide

Waar hebben we het de vorige les over gehad?

Slide 25 - Open question


- Op het einde van deze les kun je benoemen wat een assortiment is. 
- Je kunt in de winkel of verkooppunt zien of deze gebruikt maakt van een kern- en randassortiment.
- Daarnaast weet je dat een winkel assortimentsgroepen, artikelgroepen, artikelsoorten en artikelvariëteiten heeft. 

Slide 26 - Slide

Het ASSORTIMENT bestaat uit alle producten die worden verkocht in een winkel of verkooppunt.

Slide 27 - Slide

Het assortiment kunt je onderverdelen;
- Kern- en randassortiment
- Assortimentsgroepen
- Assortimentsbreedte en assortimentsdiepte

Slide 28 - Slide

Kern- en randassortiment
Het kernassortiment is het gedeelte van het assortiment dat bestaat uit de producten die het best worden verkocht.
Artikelen die een aanvulling hierop zijn behoren tot het randassortiment

Slide 29 - Slide

noem een voorbeeld van het kernassortiment bij de bakker.

Slide 30 - Mind map

noem een voorbeeld van het randassortiment bij de bakker

Slide 31 - Mind map

Assortimentsgroepen

Slide 32 - Slide

Verkoopsystemen
Assortiments
groep
artikel
groepen
artikel
soorten
artikel
variëteiten
bierglazen
theeglazen
limonadeglazen
lage theeglazen
hoge theeglazen
servies
pannen
schoonmaakartikelen
glazen
borden
complete serviezen

Slide 33 - Drag question

Het assortiment kan breed, smal, diep of ondiep zijn. 
Een breed assortiment bestaat uit veel verschillende artikelgroepen, een smal assortiment niet. Als je assortiment ook diep is, dan heb je binnen de artikelgroepen veel keus is merken, modellen en typen. 
Assortimentsbreedte en assortimentsdiepte

Slide 34 - Slide

Noem een voorbeeld van een breed assortiment.

Slide 35 - Open question

De supermarkt is een voorbeeld van een ...
A
breed assortiment
B
diep assortiment
C
ondiep assortiment
D
smal assortiment

Slide 36 - Quiz

Wat weet je nog van deze les?

Slide 37 - Mind map

OPDRACHT
Maak opdracht 17 en 18.

Ben je klaar onderstreep de belangrijke zinnen en maak de extra opdrachten.

Slide 38 - Slide