De student kan:
-een zorgvrager volgens het verpleegplan ondersteunen bij intimiteit en seksueel functioneren.
-de invloed van ziekte en beperkingen op intimiteit en seksueel functioneren beschrijven.
-de rol van de verpleegkundige ten aanzien van het ondersteunen van seksueel functioneren beschrijven.
-de ondersteuningsbehoefte van een zorgvrager op het gebied van seksualiteit en intimiteit in kaart brengen.
-voorlichting geven over intimiteit, seksualiteit, voorbehoedmiddelen en soa’s.
-professioneel omgaan met seksualiteit en intimiteit in je beroepsuitoefening.
-de aandachtpunten met betrekking tot seksualiteit bij zorgvragers uit verschillende branches benoemen.
-respect tonen voor de eigenheid en privacy van de zorgvrager en naastbetrokkenen op het gebied van intimiteit en seksualiteit.