In stilte: je werkt zelfstandig. Je mag een vraag stellen aan mij.
Fluisteren: je werkt zelfstandig. Je mag een vraag stellen
aan mij of aan de leerling die naast je zit.
Overleg: je mag samenwerken. Je praat rustig en je blijft rustig op je plek zitten. Je praat alleen met de leerling die naast je zit.