20-1-2023

El programa de hoy
Repaso: ¿ser o estar?
Repaso: hablar de tu horario
Practicar una conversación
1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

El programa de hoy
Repaso: ¿ser o estar?
Repaso: hablar de tu horario
Practicar una conversación

Slide 1 - Slide

Mi gato ___ pequeño y un poco tonto.

Slide 2 - Open question

¿Qué hora ___?

Slide 3 - Open question

Mis amigos ___ simpáticos y graciosos.

Slide 4 - Open question

Clara y yo ___ hermanas y ___ de Holanda. (2x zelfde vorm)

Slide 5 - Open question

Los alumnos de 2B ___ en el aula 118.

Slide 6 - Open question

Papá, ¿dónde ___?

Slide 7 - Open question

Anke ___ profesora de español.

Slide 8 - Open question

Tú ___ mi mejor amigo.

Slide 9 - Open question

Hoy es lunes y Elena ___ un poco cansada.

Slide 10 - Open question

Yo ___ nervioso, porque hoy tengo que hacer una presentación.

Slide 11 - Open question

Hablar de tu horario Praten over je rooster

Slide 12 - Slide

Hablar de tu horario Praten over je rooster

El lunes Op maandag, één specifieke maandag
Los lunes Op de maandagen, dus elke maandag
Por la mañana/tarde/noche In de ochtend/middag/avond
A las cuatro de(!) la tarde Om vier uur 's middags
Desde la una hasta las tres Van één tot drie
A la hora de comer/cenar Rond lunch/etenstijd

Slide 13 - Slide

La semana De week
Buscad en la U8:

maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
de pauze
het middageten
het schoolvak
het rooster
de les

Slide 14 - Slide

La semana De week
Buscad en la U8:


maandag
lunes
dinsdag
martes
woensdag
miércoles
donderdag
jueves
vrijdag
viernes
zaterdag
sábado
zondag
domingo
de pauze
el recreo
het middageten
la comida
het schoolvak
la asignatura
het rooster
el horario
de les
la clase
Zaterdag ga ik naar een feest (bepaalde zaterdag). 
El sábado voy a una fiesta.

Op zaterdag doe ik aan sport (elke zaterdag).
Los sábados hago deporte.


Slide 15 - Slide

Hoe zeg je "elke woensdag" in het Spaans?

Slide 16 - Open question

Hoe zeg je "wiskunde" in het Spaans?

Slide 17 - Open question

Hoe zeg je "Op woensdag heb ik wiskunde." ?

Slide 18 - Open question

Hoe zeg je: "Op woensdag heb ik wiskunde van half elf tot twintig over elf." ?

Slide 19 - Open question

¡A practicar! Oefenen maar!
In twee- of drietallen: 

Bedenk 5 vragen voor elkaar met verschillende vraagwoorden. Schrijf de vragen op. Het thema is jouw rooster/jouw week.
De ander beantwoordt de vragen in een hele zin. Schrijf deze ook op.
Hulp nodig? Gebruik LT p. 102/103 punt 3/4.

Over 15 minuten bespreken we na: je voert dan een kort gesprekje uit. 

Slide 20 - Slide

Deberes para el lunes

Hacer: el ejercicio en el LE p. 68.
Estudiar: voca LT p. 204

Slide 21 - Slide