Paragraaf 7.2: Oppervlakte

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Meten

7

Planning

• Herhaling lengte eenheden en schaal
• Uitleg oppervlakte
• Checkopdracht
• Zelfstandig aan het werk

Leerdoel

Aan het eind van deze les kunnen jullie:

Rekenen met een oppervlakte

Lengte-eenheden

5 km = ....... m

1. 5
2. 500
3. 5000
4. 50

3 m = .... cm

1. 30
2. 3
3. 3000
4. 300

3000 cm = .... m

1. 30
2. 3
3. 3000
4. 300

900 mm = .... m

1. 0,09
2. 0,9
3. 9
4. 900.000

4,5 km = ... m

1. 0,45 m
2. 45 m
3. 450 m
4. 4500 m

Schaal

Schaal

1 : 55

"De afstand is in de tekening 55 keer zo klein als in werkelijkheid."

1 cm op de tekening = 55 cm in werkelijkheid

Schaal

1 : 55

"De afstand is in de tekening 55 keer zo klein als in werkelijkheid."

1 cm op de tekening = 55 cm in werkelijkheid

Als het model 6cm is. Bereken hoe groot het is in werkelijkheid.

Schaal

1 : 55

"De afstand is in de tekening 55 keer zo klein als in werkelijkheid."

1 cm op de tekening = 55 cm in werkelijkheid

Als het model 6cm is. Bereken hoe groot het is in werkelijkheid.

6 x 55 = 330 cm

Omtrek en oppervlakte

Omtrek

• Hoe bereken je dus de omtrek

Antwoord:

De omtrek bereken je door alle lengten van de zijden op te tellen

Oppervlakte =

Oppervlakte

• Elke hokje is 1cm^2

Oppervlakte eenheden

opp=6cm​2​​

m​2​​=

Oppervlakte-eenheden 

Bij het omrekenen van oppervlakte-eenheden neem je stappen van 100.

Checkopdracht

Oppervlakte berekenen

Manier 1

Bereken de oppervlakte.

Manier 2

Aan de slag!

Huiswerk

Paragraaf 7.2 (blz. 63): 11, L3, 19, 25, 30 en L5

Huiswerk is voor woensdag 9 april

Klaar? Nakijken