V5B 2e les periode 4

WELKOM
bij de les Nederlands 
van 14 april

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

WELKOM
bij de les Nederlands 
van 14 april

Slide 1 - Slide

lesinhoud
Debat:
- bespreken retorische middelen;
- gang van zaken tijdens het debat;
Leesvaardigheid:
- argumentatieschema's;
Tot slot:
- debatvoorbereiding uitwerken.

Slide 2 - Slide

retorische middelen
- humor, zoals taalgrapjes of iets over de persoon van de tegenstander
- drieslag (met eventueel een climax), zoals 'ik ben verbaasd, teleurgesteld en verdrietig' of ' 
- herhaling, zoals 'I have a dream' (M.L. King) 
- contrast = tegenstelling (eventueel tussen tegenpartij en jezelf)
- retorische vraag, waarop het antwoord duidelijk is of niet wordt verwacht
- spreek beeldend: vergelijkingen
- put uit persoonlijke ervaring
- spreek het publiek aan: 'iedereen hier ...', 'jullie hebben allemaal ...'

Slide 3 - Slide

voorbeeld debat
- opstelling: 2/3 tegenover 2/3;
- houding; staan als je het woord wilt hebben;
- elkaar uit laten praten;
- zorgen dat iedereen evenveel het woord kan hebben;
- duur: 6 minuten.
Voorbeeld nu in de klas (thuis meekijken).

Slide 4 - Slide

argumentatieleer
Talent pagina 127/128.
Argumentsoort: zegt waaruit een argument bestaat; bijvoorbeeld ervaring, onderzoek, vermoeden.
Argumentatieschema: zegt iets over het verband tussen standpunt en argument

Slide 5 - Slide

argumentatieschema's
Voorbeeld kenmerk en vergelijking:
Als ik lekker uit eten wil, ga ik niet naar De lachende koe.

Daar geldt het concept van ‘3 gangen voor 1 prijs’ en dat kan de kwaliteit nooit ten goed komen. Vorige week waren we in een ander restaurant met hetzelfde concept en dat eten vond ik maar matig.


Slide 6 - Slide

argumentatieschema's
Voorbeeld causaliteit:
Als ik lekker uit eten wil, ga ik niet naar De lachende koe.

Ik heb er een keer gegeten en daarna ben ik heel ziek geweest: overgeven en zo.


Slide 7 - Slide

argumentatieschema's
Voorbeeld nadeel:
Als ik lekker uit eten wil, ga ik niet naar De lachende koe.

Je moet er altijd zowel een voorgerecht als een toetje nemen.


Slide 8 - Slide

argumentatieschema's
Voorbeeld gezag/autoriteit:
Als ik lekker uit eten wil, ga ik niet naar De lachende koe.

Uit een recensie in de rubriek Hete soep in de Leeuwarder Courant kwam De lachende koe niet positief naar voren.


Slide 9 - Slide

argumentatieschema's
Voorbeeld voorbeeld:
Als ik lekker uit eten wil, ga ik niet naar De lachende koe.

De vis die ik er laatst heb gegeten, vond ik verschrikkelijk zout.


Slide 10 - Slide

Tot slot
- Werk in je groep de debatvoorbereiding uit.

- Werk verder aan leesvaardigheid volgens de studiewijzer.

Slide 11 - Slide