This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
H4
oefenen C-21 argumentatieschema's
Welkom
Slide 1 - Slide
Welk argumentatieschema bestaat NIET?
A
voor- en nadelen
B
uitwerking
C
autoriteit
D
voorbeelden
Slide 2 - Quiz
Wat is het verschil tussen argumentatie op basis van voorbeelden en op basis van vergelijking?
Slide 3 - Open question
Waarom moet ik een briefje halen? Lotte was vorige les ook te laat en zij hoefde geen briefje te halen.
A
oorzaak-gevolg
B
vergelijking
C
voorbeeld
D
autoriteit
Slide 4 - Quiz
Volgens Johan Cruijff moest Ajax meer investeren in jonge voetballers. Daarom is de jeugdopleiding van de club grondig aangepakt.
A
voor- en/of nadelen
B
kenmerk of eigenschap
C
vergelijking
D
autoriteit
Slide 5 - Quiz
Hoe kun je nou denken dat je een goed cijfer gaat halen? Je bent gisteren pas begonnen met leren.
A
autoriteit
B
oorzaak-gevolg
C
voor- en/of nadelen
D
voorbeeld
Slide 6 - Quiz
Computergames kunnen een slechte invloed hebben op studieresultaten. Kijk maar naar Dylan: door de games komt hij niet meer aan zijn huiswerk toe.
A
voorbeeld
B
oorzaak-gevolg
C
vergelijking
D
autoriteit
Slide 7 - Quiz
Tims cavia’s zijn erg ziek. Daardoor is voor hem op dit moment zijn school van minder belang.
A
kenmerk of eigenschap
B
oorzaak-gevolg
C
vergelijking
D
voorbeelden
Slide 8 - Quiz
Reinout is eigenlijk nog een groot kind, want het liefst speelt hij nog met zijn piratenlego.
A
kenmerk of eigenschap
B
oorzaak-gevolg
C
vergelijking
D
voorbeelden
Slide 9 - Quiz
Je kunt absoluut niet op Suus rekenen. Zo kwam ze gisteren zonder af te bellen niet opdagen en toen ze dat verjaardagscadeautje zou kopen, was ze dat ook vergeten.
A
kenmerk of eigenschap
B
voorbeelden
C
oorzaak-gevolg
D
autoriteit
Slide 10 - Quiz
Als Bradley meegaat, dan krijgen we vast ruzie. De vorige keer dat hij meeging, liep het ook uit de hand.
A
vergelijking
B
voorbeelden
C
oorzaak-gevolg
D
voor- en/of nadelen
Slide 11 - Quiz
Argumentatie op basis van autoriteit.
Argumentatie op basis van oorzaak-gevolg.
Sporten is niet alleen goed voor je lichaam, maar ook voor de geest. Dat wisten de oude Grieken al.
Sporten geeft een geluksgevoel, omdat tijdens het sporten dopamine wordt aangemaakt.
Slide 12 - Drag question
Argumentatie op basis van vergelijking.
Argumentatie op basis van voor- en/of nadelen.
Ik denk niet dat de prijzen van concertkaartjes veel zullen stijgen, want de prijzen voor theater- en bioscoopkaartjes zijn ook gelijk gebleven.
Subsidiëring van het theater is nodig om kaartjes betaalbaar te houden. Zo kan iedereen kennis maken met cultuur.
Slide 13 - Drag question
Ik ga nooit weer naar 'De lachende koe'
Daar geldt het concept van ‘3 gangen voor 1 prijs’ en dat kan de kwaliteit nooit ten goed komen. Vorige week waren we in een ander restaurant met hetzelfde concept en dat eten vond ik maar matig.
Ik heb er een keer gegeten en daarna ben ik heel ziek geweest.
Uit een recensie in de rubriek Hete soep in de Leeuwarder Courant kwam De lachende koe niet positief naar voren.
De vis die ik er laatst heb gegeten, vond ik verschrikkelijk zout.