Enkelvoudig of meervoudig.

Enkel of meervoudig.
Wat is dat nu?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Enkel of meervoudig.
Wat is dat nu?

Slide 1 - Slide

Eerst even dit.
Weet je nog wat een zelfstandig naamwoord is?
Kun jij er 1 bedenken?

Slide 2 - Open question

zelfstandige naamwoorden…Soms is er maar 1 van.




Enkelvoud

1 hond
Soms zijn het er meer.




Meervoud

2 (of meer) honden

Slide 3 - Slide

Als je er meer van maakt
Komt daar meestal en achteraan.

1 Bloem
1 Hand
1 stoel
2 of meer


Bloemen
Handen
Stoelen

Slide 4 - Slide

 soms komt er een dubbele klinker
zoals hier 
denk aan de mollen-molen regel. 
1 bal
         2 of meer Ballen

Slide 5 - Slide

of valt er een mede klinker weg
zoals hier bij een open lettergreep. 
1 beer
         2 of meer beren 

Slide 6 - Slide

en heel soms komt een S achter 
1 jonge
         2 of meer jongens

Slide 7 - Slide




We gaan eens kijken of het ons lukt!

Slide 8 - Slide

1 berg
2…………………….?

Slide 9 - Open question

Heb jij die twee ……………..
al gezien?
A
aaps
B
apen
C
aapen
D
appen

Slide 10 - Quiz

Ik zag een
…………….
op het behang.
A
slangs
B
slangen
C
slang

Slide 11 - Quiz

Ik ben dol op
…………….

A
katten
B
kats
C
katen

Slide 12 - Quiz

er zijn veel
…………….
in de herfst
A
spinen
B
spinnen
C
spin

Slide 13 - Quiz

deze
…………….
gaan altijd veel te snel
A
fietsen
B
fietser
C
fietsten
D
fietsers

Slide 14 - Quiz

Dit is wat je nu geleerd hebt!
1
 is 
enkelvoud
2
 of meer
is  
meervoud

Slide 15 - Slide