1.4 voortplanting

Thema Planten
Bs 4 voorplanting
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema Planten
Bs 4 voorplanting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesverloop
  1. Terugkoppelingsvragen
  2. Uitleg
  3. Kennisvragen
  4. Zelfstandig werken 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Kennisvragen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Transport omhoog in een stengel komt o.a. door....
A
spierkracht
B
zwaartekracht
C
verdamping van water uit de huidmondjes
D
zuigkracht van de bastvaten

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Voor de opbouw van welke voedingsstoffen gebruikt een plant nitraten?
A
eiwitten
B
koolhydraten
C
vetten
D
vitamines

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

wat zijn de energierijke stoffen
A
eiwitten, mineralen, vetten
B
alle stoffen
C
eiwitten, koolhydraten en vetten
D
vitaminen en eiwitten

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Assimilatie is...
A
Opbouw
B
Afbraak

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is Assimilatie?
A
omzetten van glucose in koolstofdioxide
B
omzetten van glucose in water
C
omzetten van glucose in een andere organische stof
D
omzetten van glucose in warmte

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Doelstelling BS. 4
Je kan uitleggen op welke wijzen planten kunnen voortplanten
Je kan uitleggen wat knollen en bollen zijn
Je kent onderdelen van bloemen en hun functie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Geslachtelijke/ongeslachtelijke voortplanting bij planten
Ongeslachtelijke voortplanting (nieuwe plant ontstaat uit huidige plant)

Als je iets leest als:
bollen
knollen
uitloper
wortelstok   
 ..... dan is het ongeslachtelijke voortplanting

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ongeslachtelijke voortplanting
Stekken - stuk van plant afsnijden en op water -> groeien nieuwe wortels uit -> wordt nieuwe plant


Enten 
- stengel van plant op andere stengel plaatsen -> vaatbundels groeien aan elkaar -> plant kan verder leven

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Eenslachtig of tweeslachtig
  • Eenslachtig = Eén geslacht (mannelijk (meeldraden) vrouwelijk (stamper))
  • Tweeslachtig = Twee geslachten ( meeldraden & stamper)

Slide 13 - Slide

De bloemen die we net hebben gezien hebben zowel een stamper als meeldraden, zowel mannelijke geslachtscellen als vrouwelijke geslachtscellen. Als één bloem twee soorten geslachtscellen heeft spreken we over een tweeslachtige bloem, hij heeft du twee geslachten. 

Er zijn ook planten die bloemen maken met maar één geslacht per bloem. Op deze manier kunnen ze zelfbestuiving voorkomen. Deze bloemen met maar één geslacht heten ook wel eenslachtige bloemen. Deze kunnen dus of mannelijk zijn of vrouwelijk, afhankelijk of ze een stamper of meeldraden hebben. 
Geslachtelijke voortplanting bij planten
Als je iets leest van:
bloem
zaad
vrucht
stuifmeelkorrel en een eicel ..... 
dan is het geslachtelijke voortplanting

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting
Geslachtelijke voortplanting
2 verschillende planten bevruchten elkaar (stuifmeelkorrels en eicellen)

Meeldraad = Male (man)       Stamper = Vrouw

Ongeslachtelijke voortplanting =
een deel van dezelfde plant groeit uit tot een nieuwe plant.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Functie bloemen

  • De bloemen zijn voor de voortplanting van zaadplanten.
  • In een bloem ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Onderdelen
  • Bloembodem
  • Kelkbladeren - bescherming tegen kou, uitdroging beschadiging
  • Nectarkliertjes - kliertjes onderin bloem, maken nectar
  • Kroonbladeren - lokken insecten (mooie kleur)
  • Stamper - Voor voortplanting
  • Meeldraden - Voor voortplanting
  • Helmknop - hier zitten de stuifmeelkorrels opgeslagen
  • Stempel - hier landen stuifmeelkorrels op 
  • Stijl -  hier gaat de stuifmeelkorrel doorheen
  • Vruchtbeginsel - hier ontstaat de vrucht
  • Zaadknop -  Hier liggen de eicellen opgeslagen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Geslachtelijke voortplanting bij planten

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Geslachtelijke voortplanting
Stuifmeelkorrel + eicel

twee ouderplanten -> nakomeling heeft eigenschappen van beide  (DNA MIX)

Door bestuiving! -> taak van de bloem

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Geslachtelijke voortplanting bij een plant
Wanneer twee verschillende individuen hun DNA bij de bevruchting in de geslachtscellen combineren in een nakomeling krijgen


Plant:
Stuifmeelkorrel (mannelijke plant) 
bevrucht 
eicel (vrouwelijke plant)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

Functie bloemen = voortplanten. 
Bloemkelk = groene gedeelte
-Bloemkelk bestaat uit kelkbladeren. Kan vergroeid zijn. Als bloem nog in de knop zit dan beschermt de bloemkelk de bloem tegen uitdroging en kou. 

Bloemkroon = witte gedeelte. 
Voortplantingsorganen = meeldraden en stamper. 
- Bloemkroon bestaat uit kroonbladeren. Kan groot en opvallende kleuren hebben --> doel lokken van insecten. 
Bij andere planten kan het klein en onopvallend zijn.  vb. gras. Ook deze kan los of vergroeid zijn. 
Meeldraden en stamper
De meeldraden en stamper zijn de voortplantingsorganen van de plant.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Kennisvragen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Een aardappel kan uitgroeien tot een plant
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Een aardappel die uitgroeit tot een plant is een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welk deel van de plant is bedoeld om insecten te lokken?
A
Kelkbladeren
B
Kroonbladeren
C
Bloembodem
D
Stamper

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welk deel van de plant is bedoeld om stuifmeelkorrels te verspreiden?
A
Kelkbladeren
B
Stamper
C
Nectarkliertjes
D
Meeldraden

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welk soort planten heeft fel gekleurde kroonbladeren?
A
Windbloemen
B
Insectenbloemen
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is bevruchting bij planten?
A
als een plant een vrucht heeft
B
als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
C
als een boom appels heeft
D
Als een plant stuifmeelkorrels heeft

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Is onderstaande uitspraak juist of onjuist?
Bevruchting vindt plaats in de stijl van een plant

A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet een vlinder bij een bloem. Waarom vliegen vlinders van bloem naar bloem?
A
Om de plant te bevruchten
B
Om nectar te drinken
C
Om zaden te verspreiden

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Thema planten B4
- Opdrachten maken

Klaar?
- Test jezelf
- Blooket spelen
Zelfstandig werken in stilte
Zelfstandig werken en fluisteren
Zelfstandig werken en overleggen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions