2. Starten met leesvaardigheid (vrijdag 24 mei PW lezen)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wat gaan we doen vandaag?
1. Lezen in meegenomen boek
2. Starten met leesvaardigheid (vrijdag 24 mei PW lezen)
Slide 1 - Slide
LEESVAARDIGHEID
Slide 2 - Mind map
giphy.com
Slide 3 - Link
Wat is het verschil tussen een beschouwing en een betoog?
Slide 4 - Open question
In de kern van een beschouwing vind je vooral ...?
A
meningen
B
feiten
C
argumenten
D
drogredenen
Slide 5 - Quiz
Hoeveel signaalwoorden? Winkels moeten gewoon weer dicht op zondag. We hebben immers allemaal onze rust nodig, winkelende mensen net zo goed als winkeliers. Daarnaast is het helemaal niet nodig om elke dag te winkelen.
Slide 6 - Open question
Wat betekent 'hypothese'?
A
veronderstelling
B
stelling die bewezen moet worden
C
speculatie
D
aanname
Slide 7 - Quiz
Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband toelichting?
A
ten eerste
B
denk hierbij aan
C
al met al
D
om te beginnen
Slide 8 - Quiz
Wat betekent 'aanbeveling'?
A
advies
B
raad
C
referentie
D
voorspraak
Slide 9 - Quiz
Citeren
Informeren
Opiniëren
Overtuigen
Letterlijk overnemen
Uiteenzetting
Beschouwing
Betoog
Slide 10 - Drag question
Een ander woord voor "standpunt" is
A
stelling
B
kritiek
C
idee
D
betoog
Slide 11 - Quiz
Wat betekent 'constatering'?
A
vaststelling
B
bevinding
C
opmerken
D
observeren
Slide 12 - Quiz
Ben je goed voorbereid op argumentatie- en drogredeneringsvragen?
A
ja, heel goed voorbereid
B
ja, een beetje voorbereid
C
nee, nauwelijks voorbereid
D
nee, nog helemaal niet voorbereid
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Video
Nederlands is een nuttig vak, want je hebt er veel aan.
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval
Slide 15 - Quiz
Wie wil er nu als zinnig mens op zulke lieve, kleine zangvogels jagen?
A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Cirkelredenering
Slide 16 - Quiz
Ik kom altijd op tijd op school sinds ik een scooter heb.
A
Overhaaste generalisatie
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Verkeerde vergelijking
Slide 17 - Quiz
Klaasje zal vast een goede ruiter zijn, want ze kan goed met dieren omgaan.
A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast
Slide 18 - Quiz
In de bijbel staat dat X verboden is, dus X moeten we verbieden.