14.3 Impulsgeleiding dl2

H14 Zenuwstelsel
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

H14 Zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

Deze les
- 14.3 Impulsgeleiding
- Opdrachten maken en bespreken
- LessonUp (zelfstandig): Anatomie Hersenen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 14.3
6. Je legt op molecuulniveau uit hoe een actiepotentiaal in een neuron ontstaat. 
7. Je legt het alles-of-niets principe uit. 
8. Je beschrijft hoe een impuls langs het celmembraan beweegt. 

Slide 3 - Slide

Actiepotentiaal (88F) BINAS!

Slide 4 - Slide

Actiepotentiaal

Slide 5 - Slide

Impulsrichting
Doordat volgende Na+ poorten openen als gevolg van de actiepotentiaal in de buurt (elektrische prikkel) 'loopt' de actiepotentiaal over het hele neuron. Van dendriet naar het uiteinde van alle axonen.

Slide 6 - Slide

Impulsrichting
Vanaf de depolarisatie is er een periode dat het neuron ongevoelig is voor nieuwe prikkels, de Na+poorten kunnen even niet meer opnieuw geopend worden (absoluut refractaire periode).
Deze periode is lang genoeg om te voorkomen dat de impuls ook weer terug gaat. De impuls gaat dus altijd maar één kant op.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Benoem 1-5

Slide 10 - Slide

Vul in
timer
3:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Absoluut refractaire periode
Vanaf depolarisatie is er een periode dat het neuron tijdelijk ongevoelig is voor nieuwe prikkels. 

Deze tijd heet de absoluut refractaire periode (ong. 1 msec)
Dit wordt veroorzaakt doordat Na+-poorten na sluiten (repolarisatie) tijdelijke volledig blokkeren. 


Slide 13 - Slide

Relatief refractaire periode
Tijdens de hyperpolarisatie zijn de Na+-poorten weer actief, maar nog gesloten. 
Het rustpotentiaal is nog niet volledig bereikt, de ionverdeling wordt hersteld door de Na/K-pomp. 

Deze periode heet de relatief refractaire periode (ong. 2 msec). In deze periode kan alleen een extra sterke prikkel het neuron opnieuw prikkelen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Prikkelsterkte
De actiepotentiaal is altijd
even sterk. 

Sterkere
prikkel: hogere frequentie
van actiepotentialen.

Slide 16 - Slide

Lange uitlopers hebben 
een myleineschede.Deze myelineschede versnelt 
de impuls geleiding.

Op de plek van de myeline kunnen er geen ionen in of uit de cel. Er bevinden zich geen Na+/K+-pompen of Na+ en K+ poorten.

Lange afstanden

Slide 17 - Slide

Op de plek van de insnoering van Ranvier kan dit wél.

Hierdoor 'springt' de impuls van insnoering naar insnoering. Dit is nóg sneller.
Dit heet saltatoire impulsgeleiding (= sprongsgewijze).
Lange afstanden

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
Lezen en maken 14.3 t/m opdracht 38
--> Straks bespreken

Klaar? (= HW)
- LessonUp Anatomie Hersenen
- Samenvatten en/of Slim stampen 14.1 t/m 14.3 (begrippenkennis trainen)
timer
10:00

Slide 19 - Slide