Heb je de brief ingedeeld via de geleerde conventies?
Wil je feedback op je brief? Laat hem dan tijdens de les lezen.
Slide 2 - Slide
Indeling van de tekst
- Inleiding; hierin wordt de aandacht getrokken.
De schrijver introduceert het onderwerp en maakt de lezer nieuwsgierig. De aanleiding staat ook in de inleiding.
- Kern; het onderwerp wordt verder uitgelegd.
- Slot; afronding van het verhaal.
Dit kan met een conclusie, samenvatting of aanbeveling.
Slide 3 - Slide
Opdracht
Lees tekst 4 (blz 41 en verder)
Beantwoord de vragen 10 en 11
7 minuten
timer
7:00
Slide 4 - Slide
Vraag 10
D.
De eerste alinea maakt duidelijk waar het artikel over gaat: het probleem van kinderen die wel de thuistaal beheersen maar niet de schooltaal.
Slide 5 - Slide
Vraag 11
B.
De laatste alinea geeft een advies: het zou daarom goed zijn om moeders te stimuleren samen met hun kind te praten over praatplaten. Daarop moeten dan veel verschillende dingen te zien zijn.
Slide 6 - Slide
Deelonderwerpen
Delen van het hoofdonderwerp.
Er kan worden gevraagd: 'Welk tussenkopje pas het best boven een tekstgedeelte.'
Slide 7 - Slide
Opdracht
Lees tekst 5 (vanaf blz 43)
Maak vraag 12 t/m 15
12 minuten
timer
12:00
Slide 8 - Slide
Vraag 12
C.
Na de inleiding over de begrippen links en rechts gaat de schrijver in op het onderzoek. Hij begint met een beschrijving van het vraagstuk: de vier waaromvragen in alinea 4.
Slide 9 - Slide
Vraag 13
C.
In alinea 5 lees je over het vermoeden dat rechtshandigheid en spraak met elkaar te maken hebben: onderzoek heeft aangetoond dat dat inderdaad zo is. Daarmee begint de uiteenzetting over de resultaten van het onderzoek.
Slide 10 - Slide
Vraag 14
C.
De voorlopige conclusie is dat alle onderzoek wel heel wat feiten heeft opgeleverd, maar geen samenhangende theorie. Dat lees je in alinea 8.
Slide 11 - Slide
Vraag 15
B.
Met de zin in alinea 9 'Zo is nog helemaal niet duidelijk welke rolde erfelijkheid bij linkshandigheid speelt' vervolgt de schrijver zijn uiteenzetting. Hij noemt in deze alinea twee onderzoeksresultaten.
Slide 12 - Slide
Tekstrelaties en signaalwoorden
De samenhang van de tekst, worden ook wel tekstverbanden genoemd. Hiervoor gebruikt de schrijver signaalwoorden.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Oefenen
Lees tekst 6 (blz 47)
Maak vraag 16
5 minuten
timer
5:00
Slide 17 - Slide
Vraag 16
A.
In alinea 2 lees je: En dan praten we hier nog niet over het natuurlijke ruimtepuin, zoals meteorieten en kometen. Alinea 3 Begint vervolgens met Ruimteafval ontstaat niet alleen door botsingen... Ook zweven ....
Slide 18 - Slide
Artikel
Het schrijfdoel van een artikel kan zijn: informeren, overtuigen of tot handelen aansporen.
Slide 19 - Slide
Inleiding
Je moet de lezers prikkelen om verder te lezen. Dus maak de lezer nieuwsgierig. Je kan bijvoorbeeld een vraag stellen, een anekdote vertellen of een voorbeeld geven.
Ook introduceer je het onderwerp.
Slide 20 - Slide
Middenstuk
Ook het middenstuk is opgebouwd in alinea's, hierbij werk je per alinea een deelonderwerp uit. Soms geef je argumenten, dan schrijf je per alinea een argument met uitwerking.
Slide 21 - Slide
Slot
Je geeft een samenvatting of conclusie.
Onder het slot schrijf je je naam (en vaak ook klas).