Les 2h grammatica zinsdelen Samengestelde zin

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Grammatica zinsdelen

Samengestelde zin

11-9-2023

Programma

- Herhalen behandelde lesstof

- Huiswerk bespreken

- Nieuwe theorie

- Oefenen

- Evaluatie, vooruitblik + huiswerk

Ontleed

De kandidaten van de quiz gaven tegelijkertijd antwoord.

Uitwerking

   

    

     pv/wg

De kandidaten van de quiz / gaven / tegelijkertijd / antwoord.

Ontleed

De danser is bij het kampioenschap eerste geworden.

Antwoord

            pv/ng                                                 ng [nd]          ng 

De danser / is / bij het kampioenschap / eerste / geworden.

Huiswerk

Theorie pagina 222

Ik heb de theorie op pagina 222 gelezen.

1. Ja
2. Nee

Een zin met één persoonsvorm heet:

1. Meervoudige zin
2. Samengestelde zin
3. Enkelvoudige zin
4. Bijzin

Een zin met meer dan één persoonsvorm heet:

1. Hoofdzin
2. Bijzin
3. Enkelvoudige zin
4. Samengestelde zin

Wat past bij een hoofdzin?
(Meerdere antwoorden mogelijk)

1. Ow en pv staan naast elkaar
2. De pv staat voor in de zin
3. De pv staat achter in de zin
4. Een hoofdzin is altijd de eerste zin

Wat past bij een bijzin?
(Meerdere antwoorden mogelijk)

1. Tussen het ow en de pv kunnen zinsdelen staan
2. Een samengestelde zin kan twee bijzinnen hebben
3. De pv staat achter in de zin
4. Een bijzin is nooit langer dan 4 woorden

Welke samengestelde zinnen zijn mogelijk?
(Meerdere antwoorden mogelijk)

1. hoofdzin + hoofdzin
2. hoofdzin + bijzin
3. bijzin + hoofdzin + bijzin
4. bijzin + bijzin

Korte samenvatting theorie

Enkelvoudige zin: zin met één pv

Samengestelde zin: zin met meerdere pv's

Extra uitleg: kijk online video-uitleg of bekijk pagina 222.

Hoofdzin	Bijzin
pv en ow naast elkaar	zinsdeel tussen pv en ow
pv voor in de zin (1e of 2e zinsdeel)	pv vaak achter in de zin

Samengestelde zinnen

Kun je vaak herkennen aan:

- Komma

- Voegwoorden (bijv: en, want, of, maar, nadat, voordat)

Bijv: Ik ga naar school, maar ik ben mijn tas vergeten.

Samengestelde zinnen

hoofzin + hoofdzin

Bijv: Kim kookt soep, want ze heeft honger.

hoofdzin met bijzin(nen)

Bijv: Omdat ze honger heeft, kookt ze veel soep.

hoofdzin(nen) + bijzin(nen)

Bijv: Kim eet veel soep, want ze heeft honger, omdat ze de hele dag naar school is geweest.

Oefenen

In tweetallen of alleen maken opdracht 1

(pagina 222 werkboek)

Klaar? Schrijf zelf vier samengestelde zinnen.

Klaar? Geef je gemaakte zinnen aan de docent.

Zeggen hoelang ze voor de oefening hebben. Misschien laten zien doormiddel van een aftelklok. Duidelijk aangeven tot wanneer ze hebben in ieder geval. Of de volumemeter. 

Lege lijntjespapieren meenemen voor als de leerlingen klaar zijn.

Bespreken opdracht

Evaluatie, vooruitblik & huiswerk

Vraag 1: Wat is het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen?

Vraag 2: Wat is het verschil tussen hoofdzinnen en bijzinnen?

Deze week thema samengestelde zinnen + herhaling zinsdelen

Huiswerk: Maken opdracht 2 in je schrift, pagina 223