2 april/mwu 5H - Leesstrategieën MVT

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 5,6

Lesestrategien

Les 1 -   Inhalt:

- Welke leesstrategieën zijn er? blz 73

In deze les ga je de leesstrategieën gelijk toepassen op de tekst 'Die Wahrheit erfinden' (havo 2013-I).

Toelichting

Leesstrategie = Bij elk leesdoel hoort een bepaalde manier van lezen van de tekst.

Leesdoel = Je kunt een tekst lezen met verschillende doelen.
Zoals:

1. Antwoord krijgen op een korte vraag;

2. De belangrijkste informatie weten;

3. Alles precies weten.

Van te voren

1) Anticiperen

-> Titel (& ondertitel)
-> illustraties

--> opvallende delen (citaten, jaartallen..)

--> Bedenk bij elk kopje wat er in kan staan.

2) Voorkennis gebruiken

Bedenk trefwoorden met wat je al weet en probeer ze aan de alinea's te koppelen.

de 1e opdracht...

Voorbeeld bij

"Die Wahrheit erfinden" [havo, 2013-I]

Gebruik twee strategieën:

 Anticiperen

Voorkennis

1

2

Skimmen

Lees de tekst snel door;

Let niet op de details;

Wat zijn de belangrijkste gedachten / punten in de tekst(delen)? Schrijf ze op!

Structureren

Dat kan op twee manieren:
Lees de eerste alinea en geef in (kern)woorden weer wat de inhoud is. 

Lees de andere alinea's en noteer een tussenkopje voor de andere alinea´s. Is er een verband?

de 2e opdracht...

Structuren

1. Bedenk een tussenkop voor alinea 1. Zorg dat je eerst een aantal trefwoorden noteert.
2. Bedenk een tussenkop voor alinea 2.
3. Is er een verband en zo ja, wat is het verband tussen de twee alinea's?

Strategie

Lees de vraag goed door;

Bekijk de tekst vluchtig (bijv. ELZA of EZA)

Zoek naar het antwoord. 

Heb je een tekstdeel gevonden dat je nodig hebt voor het antwoord, dan lees je dat tekstdeel in detail door.

En tot slot..

Les 2 - Inhalt:

Verder werken met:

- intensief lezen

- woorden afleiden

- signaalwoorden en tekstverbanden

- interpretatie

In detail lezen / intensief

Lees het gedeelte goed door.

Geef in jouw eigen woorden weer wat de inhoud is.

Lees het weer met de opdracht erbij. 

Zoek voor jouw antwoord de moeilijke/onbekende woorden op.

Hoe wordt de commissaris in alinea 1 beschreven?

Beantwoord nu vraag 19

Vraag 20...

1. Welke eigenschappen hebben zowel de auteur als het personage uit het boek [alinea 2]?
   
   
2. [Anders geformuleerd:]
   Hoeveel overeenkomsten worden genoemd in alinea 2 tussen de auteur en het personage uit het boek?

Maak nu vraag 20

Vraag 21...

Signaalwoorden en tekstverbanden

1. Wat is het verband van "Beide haben ... intolerante Dummköpfe." [2. Antwort] op de zin ervoor?
   
   
2. En de zin erna?

vraag 21

de volgende opdracht...

Intensief lezen

Warum nimmt Jan Seghers der 3. Antwort nach nicht gern reale Verbrechen als Vorbild für seine Bücher?

Geef antwoord in het Nederlands in jouw eigen woorden.

vraag 22

Vraag 23...

Vertaal de volgende woorden uit de tekst. Gebruik geen woordenboek.

1. Schauplatz [Einleitung]

2. Verbechen [Absatz 3]

3. Bassin [Absatz 3]

4. Vorbilder [Absatz 3]

5. eine blasse Wolke [Absatz 3] 

Begriffe

1. Schau-platz [Einleitung]

= toneel

2. Verbechen [Absatz 3]

= negatief --> misdrijf

3. Bassin [Absatz 3]

= bassin [NL]

4. Vorbilder [Absatz 3]

= voorbeelden [NL]

5. eine blasse Wolke [Absatz 3] 

= negatief --> een vage 'wolk'

Schrijf in drie zinnen: wat zegt de schrijver  (Jan Seghers) over de plaatsen waar het verhaal zich afspeelt. 

Daarna vraag 24.

de laatste vraag...

Kies de juiste strategie om de volgende vraag te beantwoorden.

"und jetzt habe ich den Salat" (5. Antwort)

Wat bedoelt Jan Seghers daarmee?

vraag 25

Signaalwoorden en tekstverbanden

Je vindt ze in je examenbundel. Leer ze!

Bekijk het volgende filmpje over signaalwoorden. Zeer informatief!

Interpreteren

van de bedoeling, opvattingen en gevoelens van de auteur:

1. Wat wil de schrijver met zijn lezers?

2. Wat is de mening van de schrijver over dit onderwerp?

3. Hoe voelt de schrijver zich erbij?