incongruentie hyperbool eufemisme contaminatie


Incongruentie




Hyperbool

eufemisme

contaminatie

1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson


Incongruentie




Hyperbool

eufemisme

contaminatie

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Aan het eind van de les kun je benoemen wat incongruentie is, een hyperbool, eufemisme en een contaminatie is.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

onderwerp en pv moeten congrueren= overeenstemmen in getal.



->beide enk of beide mv

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

bespreek in viertallen blz. 111

Kloppen de zinnen wel/niet?

Hoe moet ze je eventueel verbeteren?

Slide 6 - Slide

Hyperbool
  •  schrijver gebruikt bepaalde woorden, zodat ze versterkt of   verzwakt worden.
  •  bij een hyperbool-> de werkelijkheid wordt overdreven
  •  hyperbool heeft humoristisch effect
  •  hyperbolen zijn vaak uitdrukkingen

Slide 7 - Slide

Eufemisme


Je verzacht de werkelijkheid, door minder harde/onvriendelijke woorden te gebruiken.


Vaak bij 'gevoelige'onderwerpen.


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Hij rende de benen uit zijn lijf om de bus te halen.
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 10 - Quiz

Een deel van het personeel zal moeten AFVLOEIEN.
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 11 - Quiz

Tautologie

Twee keer hetzelfde zeggen met twee woorden.

Je gebruikt syoniemen.

Vast en zeker
Vrolijk en blij

Slide 12 - Slide

Pleonasme
Een eigenschap benoemen, die overduidelijk is. 

Houten boom
Nat water
Hete zon

Slide 13 - Slide

Contaminatie
Je herhaalt een woord volledig of gedeeltelijk. Je voegt dus twee woorden verkeerd samen. Een contaminatie is bijna altijd een stijlfout.

Slide 14 - Slide

  • Deze computer kost duur (kost veel of is duur).
  • Ik zal dat nachecken (nakijken of checken).
  • Hij kreeg ongenadeloos op zijn kop. (ongenadig of genadeloos)
  • Hij neemt in de klas altijd het hoogste woord(heeft het hoogste woord of het woord nemen).
  • Aan het eind van de partij legde hij het laatste loodje (het loodje leggen of de laatste loodjes wegen het zwaarst).
  • Slide 15 - Slide

    Slide 16 - Video

    Slide 17 - Slide

    Mijn tante heeft voor één ochtend in de week een INTERIEURVERZORGSTER.
    A
    eufemisme
    B
    tautologie
    C
    pleonasme
    D
    hyperbool

    Slide 18 - Quiz

    Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten inslapen.
    A
    hyperbool
    B
    tautologie
    C
    eufemisme

    Slide 19 - Quiz

    We moeten onze eigen cijferlijst uitprinten.
    A
    contaminatie
    B
    pleonasme
    C
    tautologie

    Slide 20 - Quiz

    De plakkerige kauwgom bleef aan mijn schoenzool kleven.
    A
    contaminatie
    B
    pleonasme
    C
    tautologie

    Slide 21 - Quiz

    Wil je dit alsjeblieft onder ons houden en niet de vuile was aan de grote klok hangen?
    A
    contaminatie
    B
    pleonasme
    C
    tautologie

    Slide 22 - Quiz

    Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
    A
    hyperbool
    B
    pleonasme
    C
    eufemisme
    D
    tautologie

    Slide 23 - Quiz

    Hé Philip! Zit je nou bij Margo af te spieken?
    A
    contaminatie
    B
    tautologie
    C
    pleonasme

    Slide 24 - Quiz

    'Rood bloed' is een:
    A
    tautologie
    B
    X
    C
    pleonasme
    D
    hyperbool

    Slide 25 - Quiz

    Er werden drie mannen opgepakt voor de opzettelijke inbraak bij de bank.
    A
    contaminatie
    B
    tautologie
    C
    pleonasme

    Slide 26 - Quiz

    Ik teken een ronde cirkel op het blad.
    A
    eufemisme
    B
    contaminatie
    C
    hyperbool
    D
    pleonasme

    Slide 27 - Quiz

    Met zo'n negatieve instelling en mentaliteit zal je niet overgaan.
    A
    contaminatie
    B
    tautologie
    C
    pleonasme

    Slide 28 - Quiz

    Herhaling

    Pleonasme: je kunt maar één woord weglaten. VB: witte sneeuw


    Tautologie: je kunt één van de woorden weglaten. VB: Onverwacht kwam hij plotseling langs.


    Contaminatie: er ontstaat een nieuw woord/een nieuwe uitdrukking die niet bestaat. VB: Zijn haar zat door de war.

    Slide 29 - Slide

    Slide 30 - Link

    Slide 31 - Link

    Slide 32 - Link

    Slide 33 - Link

    Slide 34 - Link

    maak 4.7 af


    Klaar?

    controleer via Showbie

    Slide 35 - Slide