Dag 6

• NT2
• ISK

Thema 16 - Geld en werk - DAG 6

DISK 2024

DAG 6

de reactie

de rekening

de scooter

stellen

de supermarkt

de reactie (znw)

• dat wat je zegt of doet als antwoord op iets anders 
  
  
• meervoud: de reacties
  
  
• zin: De docent geeft meteen een reactie op de vraag.

31

de rekening (znw)

• het papier waarop staat wat je moet betalen
• meervoud: de rekeningen

• zin: Heb jij de rekening van het etentje (restaurant) al betaald?

32

de scooter (znw)

• een soort brommer met kleine, brede wielen en een brede voorkant die je benen beschermt tegen de wind
• meervoud: scooters

• zin: Als Bas zestien wordt, krijgt hij een rode scooter.

33

 stellen (ww)

• 1) als waar aannemen 
• (zeggen dat het zo is)
• zin: Hij stelde dat de zon om de maan draait.
  
  
• 2) een vraag stellen
  
• zin: Slava stelt een vraag aan de docent. De docent geeft antwoord.

34

(een vraag) stellen (ww)

TT (tegenwoordige tijd)

Ik stel een vraag.

Jij stelt een vraag. - Stel jij een vraag?

Hij/zij stelt een vraag.

Wij stellen een vraag.

Jullie stellen een vraag.

Zij stellen een vraag.

VTD (voltooide tijd)

Hij heeft een vraag gesteld.

34

de supermarkt (znw)

• een grote winkel met eten, drinken en andere boodschappen voor in huis, die je zelf kunt pakken.
• meervoud: de supermarkten
  
  
• zin:  Ik koop fruit en brood in de supermarkt.

35

Wat betekent 'de reactie'?

31

1. Een baan die nodig is voor school.
2. dat wat je zegt of doet als antwoord op iets anders
3. Het geld dat je voor de boodschappen betaalt.
4. iets vragen

Mijn fiets is gemaakt door de fietsenmaker, ik krijg van hem ........

32

Wat is dit?

33

Stel een vraag aan de leerling naast jou.

34

Hoe noem je een grote winkel waar je boodschappen haalt?

35

1. de markt
2. de supermarkt
3. de slager
4. de bakker