Twintigste eeuw; 1900-2000
de benamingen ‘geestelijke handicap’ en ‘mentale handicap’ kwamen in zwang, ter onderscheiding van lichamelijke, visuele en auditieve handicap.
Tegen het einde van de eeuw werden deze benamingen vervangen door ‘intellectuele beperking’ of ‘verstandelijke beperking’.
Er ontstond toen ook een neiging tot het gebruik van eufemismen: ‘mensen met speciale behoeften’, ‘zogenaamde verstandelijke beperking’: ‘verstandelijke beperking’ tussen aanhalingstekens. Ten slotte pleitten sommigen voor de afschaffing van elke bijzondere benaming: verstandelijke beperking bestaat niet, het is een fantoom (spookbeeld), er is slechts sprake van diversiteit (verschillen tussen mensen, omdat elk mens uniek is).