grammatica zinsdelen les 5 zinsdeelzinnen

Lesdoel
Je weet wat een samengestelde zin is, je herkent de structuur van een samengestelde zin met twee persoonsvormen, je herkent neven- en onderschikkende voegwoorden en je kunt de bijzin benoemen.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoel
Je weet wat een samengestelde zin is, je herkent de structuur van een samengestelde zin met twee persoonsvormen, je herkent neven- en onderschikkende voegwoorden en je kunt de bijzin benoemen.

Slide 1 - Slide

Programma

1)  Bespreken huiswerk
2) Uitleg zinsdeelzinnen, par. 11 Grammatica zinsdelen
3) Opdracht maken en bespreken
4) Huiswerk

Slide 2 - Slide

Vraagje:
Kan een zin uit alleen twee bijzinnen bestaan?

Slide 3 - Slide

Bespreken huiswerk
- Opdracht 3 op blz. 224-225
- In tweetallen bespreek je de 6 zinnen die jullie hebben gemaakt. Bepaal van de zinnen van je medeleerling de structuur.

Slide 4 - Slide

Zinsdeelzin
Een bijzin maakt onderdeel uit van de hoofdzin. De bijzin heeft daarin een functie: deze kan onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp of bijwoordelijke bepaling zijn. Omdat het gaat om een bijzin, noemen we die onderwerpszin, lijdendvoorwerpszin, meewerkendvoorwerpszin of bijwoordelijke bepalingszin.

Slide 5 - Slide

zinsdeel of zinsdeelzin?
Een bijzin is dus een zinsdeelzin. Hier zit dus een persoonsvorm in, want anders is het geen bijzin!

Een zinsdeel bestaat uit een woord of een woordgroep.:
De ijverige leerlingen, het onbekende meisje, de ontdekking van de eeuw, vanwege een enorme storm enzovoort

Slide 6 - Slide

Zinsdeel of zinsdeelzin?
Mijn twee vriendinnen willen met mij naar de stad.

Mijn twee vriendinnen willen dat ik met hun naar de stad ga.


Slide 7 - Slide

Stappenplan
1) Staat er een bijzin in de zin?
2) Vervang deze bijzin door een gewoon zinsdeel (dus door een woord of woordgroep)
3) Ontleed deze nieuwe zin
4) De bijzin heeft dezelfde functie als als het woord/woordgroep waardoor je hem hebt vervangen.

Slide 8 - Slide

Bijzin benoemen
  • Tarik woonde, voordat hij bij ons op school kwam, in Apeldoorn.
  • Wie zo slordig met mijn kampeerspullen omgaat, leen ik  niets uit.
  • Je had ons wel kunnen vertellen dat je per se in Maastricht wilt studeren.
  • Wie de nieuwe KNVB-voorzitter wordt, is onduidelijk.

Slide 9 - Slide

Maken/huiswerk
Maken opdracht 1 en bespreken, blz. 227, Par. 11 Gramm. zinsdelen
huiswerk: opdracht 2 

Slide 10 - Slide

Lesuur 2
Inzien toets
Opdracht strips maken
Lezen

Slide 11 - Slide