H1.3 Je inkomsten en uitgaven (deel 2)

Vandaag: uitgaven...
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag: uitgaven...

Slide 1 - Slide

Programma
  • Herhaling vorige les adhv een spel
  • Oefenen met vorige lesstof
  • Huiswerk
  • Korte uitleg
  • Aan het werk
Blz 18
3

Slide 2 - Slide

Paragraaf 1.3 (deel 2)
4) Je kunt bedragen omrekenen van maand naar week en omgekeerd.
5) Je kunt een reservering berekenen.

Slide 3 - Slide

Herhaling vorige les
  • Welke soorten inkomens kennen we nog?
  • Inkomen uit arbeid (loon)
  • Inkomen uit bezit (huur huis bv)
  • Overdrachtsinkomen (hoef je niks voor te doen, een uitkering
  • inkomen uit natura (beloning in de vorm van goederen/diensten)
Blz 18
3

Slide 4 - Slide

Herhaling vorige les
  • Welke soorten uitgaven kennen we nog?
  • Dagelijkse uitgaven
  • Vaste lasten
  • incidentele uitgaven
Blz 18
3

Slide 5 - Slide

Herhaling vorige les
  • Wat doe je als je een begroting gaat opstellen?
  • Begroting
  • Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode
Blz 18
3

Slide 6 - Slide

1.3 Je inkomsten en uitgaven 
Inkomsten
€    
Uitgaven
€   
Loon
1.250
Boodschappen
400
Huurtoeslag
340
Huur
1.050
Rente
5
Kleding
125
Totaal
€ 1.595
Totaal
€ 1.575
  • Overschot €20
Blz 19
4
Blz 20
6
Blz 20
7

Slide 7 - Slide

Herhaling vorige les
  • verwacht je in de toekomst grote uitgaven? Dan is het verstandig om geld te reserveren
  • Je zet geld opzij zodat je de uitgave later kunt betalen
Blz 18
3

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Herhaling vorige les - spel
  • Prinsjesdag
  • De overheid presenteert de verwachte inkomsten en uitgaven
  • De overheid heeft 366 miljard aan inkomsten
  • Waar geef je het aan uit?
Blz 18
3

Slide 10 - Slide

Herhaling vorige les - spel
  • Je werkt in duo's
  • 366 miljard te besteden
  • Denk aan: zorg, onderwijs, justitie/veiligheid, buitenlandse zaken, defensie, gemeentes, infrastructuur, uitkeringen, landbouw, economische zaken, klimaat, sport, etc.
  • Jouw begroting presenteer je na 5-10 minuten aan de groep
Blz 18
3

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Huiswerk controle opgave 2 t/m 11 van paragraaf 1.3 (5 t/m 11 nog nabespreken)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

1.3 Je inkomsten en uitgaven (deel 2)
Neem dit schema nu over

Slide 15 - Slide

Rekenen van maand naar jaar, week etc.
  • Jaar = ? maanden
  • Jaar = ? weken
  • Jaar = ? dagen
  • Jaar = ? kwartalen
  • Kwartaal = ? maanden
  • Altijd eerst naar jaar en dan naar week/maand

1.3 Je inkomsten en uitgaven (deel 2)

Slide 16 - Slide

Voorbeeld:
Jacko krijgt €15 zakgeld per week. Hoeveel krijgt hij per maand?
  • Eerst naar jaar!
  • Dan naar maand
  • 15 x 52 = 780
  • 780 : 12 = 65
  • Jacko krijgt €65 per maand zakgeld

Slide 17 - Slide

Voorbeeld:
Jarno verdient €130 per maand. Hoeveel verdient hij per week?
  • Eerst naar jaar!
  • Dan naar week
  • 130 x 12 = 1560
  • 1560 : 52 = 30
  • Jarno verdient €30 per week

Slide 18 - Slide

Aan het werk!!
Maken: 
Rekenopgaven 15 t/m 17 op pagina 33
Samenvatting blz 26 invullen paragraaf 1.3
plusopdrachten 9 t/m 11 pagina 31

Slide 19 - Slide

Paragraaf 1.3 (deel 2)
4) Je kunt bedragen omrekenen van maand naar week en omgekeerd.
5) Je kunt een reservering berekenen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Slide