Klas 2HA2 Lesweek 19 - Les 1

Thema: Essen und Trinken

Achtung:
Handys in der Safe, bitte!
Du sitzt auf deinem eigenen Platz.

Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft, dein Etui, dein Laptop (kladiladi)
1 / 44
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema: Essen und Trinken

Achtung:
Handys in der Safe, bitte!
Du sitzt auf deinem eigenen Platz.

Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft, dein Etui, dein Laptop (kladiladi)

Slide 1 - Slide

mehrsprachiger Mittwoch
Heute -> mehrsprachiger Mittwoch.
Ich spreche (fast) nur Deutsch.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Was macht ihr heute?



- Hausaufgaben kontrolieren
- Grammatik
- Selbständig arbeiten
- die Stunde beenden

Slide 4 - Slide

Lernziele
Was lernt ihr heute?

• Du weißt ob du die Regeln von ein/eine und kein/keine kennst.

• Du kennst die Grammatikregeln von den Possesiv Pronomen (bezittelijk voornaamwoord).

Slide 5 - Slide

die Hausaufgaben

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Afspraken 2HA1

Stil zijn wanneer de ander aan het woord is.

Opletten tijdens de uitleg

Aardig zijn / niet pesten 







Regels
- Gedraag je fatsoenlijk.
-  Rustig binnenkomen, spullen pakken.
- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.
- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

Slide 8 - Slide

Afspraken 2HA2

- Stil zijn wanneer iemand anders aan het woord is.

- Respect hebben voor elkaar 
-> niemand uitlachen / niemand buitensluiten








Regels
- Gedraag je fatsoenlijk.
-  Rustig binnenkomen, spullen pakken.
- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.
- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

Slide 9 - Slide

Was weißt du schon?

- Log in bij Lesson Up.
- Je gebruikt je eigen voor- en achternaam
- Du hast 2 Minuten
- Nur Lesson Up ist offen.
Log in bij:
Lessonup.app
timer
2:00

Slide 10 - Slide

Eintrittskarte 
Was weißt du noch von ein- und kein-

Einloggen mit der Link in Teams.
Beantworte die Fragen. 
Du bist leise.
Fertig? Laptop in deine Tasche, bitte.
timer
4:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

ein / eine + kein / keine





Ezelbrücke -> de „e“ verhuist mee. 
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
das Kind
die Haustiere
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Haustiere
extra e
extra e

Slide 13 - Slide

Ik ken de regels van ein- en kein-
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

das Possesivpronomen
 het bezittelijk voornaamwoord

Slide 15 - Slide

das Possesivpronomen

Vandaag ga je het bezittelijk voornaamwoord in het Duits leren.
Maar wat is eigenlijk het bezittelijk voornaamwoord?
Vertel het je buurmens in een paar seconden en
kijk naar het volgende uitlegfilmpje.
  

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Schreibe in dein Heft

Bezittelijke  voornaamwoorden zijn woorden als mijn, jouw, enz.

 De persoon is  de eigenaar of maker van het voorwerp: 

mijn fiets

haar tekening

hun huis

jouw broer

zijn auto

Slide 18 - Slide

Schreibe in dein Heft...
Tabelle zeichnen
Schreibe die Personalpronomen in die erste Spalte
ich
du
er
sie

Slide 19 - Slide

Schreibe in dein Heft
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie

Slide 20 - Slide

Schreibe in dein Heft
Schreibe die deutsche Possesivpronomen in die zweite Spalte
ik
jij
hij
zij
het
mein
dein
sein
ihr
-

Slide 21 - Slide

Schreibe in dein Heft
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
mein-
dein-
sein-
ihr-
-
unser-
euer-
ihr-
Ihr-

Slide 22 - Slide

Schreibe in dein Heft
Schreibe die niederländische Possesivpronomen 
in die dritte Spalte
ik
jij
hij
zij
het
mein
dein
sein
ihr
-
mijn

Slide 23 - Slide

Schreibe in dein Heft
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
mein-
dein-
sein-
ihr-
-
unser-
euer-
ihr-
Ihr-
mijn
jouw
zijn
haar
-
ons / onze
jullie
hun
uw

Slide 24 - Slide

Achtung!
Het bezittelijk voornaamwoord vervangt het lidwoord:

Das ist ein Fahrrad. = Das ist mein Fahrrad
Das ist die Schule = Das ist meine Schule

Slide 25 - Slide

Vertaal -> zijn bloes / ............. Bluse
Stappenplan:
Stap 1 -> vertaal het bezittelijk vnw naar het Duits: 
Stap 2 -> wat is het geslacht van het zelfstandig naamwoord dat erachter staat?
Stap 3 -> bepaal wel of geen -e.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Link

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Hoe heet jouw oma?
A
Hoe
B
heet
C
jouw
D
oma

Slide 29 - Quiz

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Haar moeder heet Agnes
A
haar
B
moeder
C
heet
D
Agnes

Slide 30 - Quiz

Was ist (jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr

Slide 31 - Quiz

(mijn) Hobby (o) ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein

Slide 32 - Quiz

Das sind (onze) Eltern (mv).
A
meine
B
dein
C
ihr
D
unsere

Slide 33 - Quiz

(jullie) Auto (o) ist sehr schön.
A
unser
B
euere
C
unsere
D
euer

Slide 34 - Quiz

(onze) Klassenlehrer (m) heißt Meier.
A
Ihr
B
Ihre
C
Unser
D
Euere

Slide 35 - Quiz

Maaike ist (haar) Freundin (v).
A
meine
B
ihr
C
ihre
D
euere

Slide 36 - Quiz

(uw) Handy (o) klingelt, Frau Schmidt!
A
Dein
B
Ihr
C
Sein
D
Unser

Slide 37 - Quiz

Das ist (mijn) Fahrrad (o).
A
meine
B
deine
C
mein
D
sein

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Link

Slide 40 - Link

Ik begrijp de regels van het bezittelijk voornaamwoord (ik ken ze nog niet uit mijn hoofd).
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

die Hausaufgaben

Bevor du anfängst!
Hole dir bei mir das Blatt:
-> Possesivpronomen "Schritt-für-Schritt"

Slide 42 - Slide

die Hausaufgaben
timer
5:00

Slide 43 - Slide

Morgen

Hausaufgaben kontrollieren
de kloktijden in het Duits
Zum Schluss

Vertel je buurmens hoe laat het is op dit moment.

Auf Deutsch bitte.

Slide 44 - Slide