Bord Leeg

Woordsoorten
lw  - Een lidwoord staat voor een zelfstandig naamwoord
bn - Een naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord
ww - Een werkwoord zegt wat er wordt gedaan in de zin
zn - Een zelfstandig naamwoord zegt iets over een mens, dier of  ding
vz - Een voorzetsel staat vaak vooraan in het waar- of wanneerdeel




1 / 14
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woordsoorten
lw  - Een lidwoord staat voor een zelfstandig naamwoord
bn - Een naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord
ww - Een werkwoord zegt wat er wordt gedaan in de zin
zn - Een zelfstandig naamwoord zegt iets over een mens, dier of  ding
vz - Een voorzetsel staat vaak vooraan in het waar- of wanneerdeel




Slide 1 - Slide

1: De rode auto staat in de straat. 

2: De grappige man loopt op straat. 

3: Het mooie meisje loopt op straat. 

4: Ik loop door de lange straat. 

5: De gouden ring ligt op straat. 

6: De leuke jongen rent door de straat. 

7: De mooie bloemen groeien niet in de straat. 

8: De grote auto staat in de straat. 

9: Het lieve kind loopt op de stoep. 

10: Mooie auto's staan in de straat. 

Slide 2 - Slide

Verlengde instructie
De jongen houdt een lange spreekbeurt.
Op de foto staan vrolijke kinderen.
De kinderen voetballen op blote voeten.
De oom doet bijzondere dingen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

als het rustig is, gaat Freek weer aan
Snel en rustig omkleden
Klaar: Dan zit je aan je tafel en kun je een punt verdienen

Slide 6 - Slide

STIL LEZEN
als je binnenkomt

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welkom Groep 4!
Meester van Es


We gaan stil lezen

Slide 9 - Slide

Ik vind het erg fijn als je...
Ik heb liever niet dat je...
Ik word helemaal blij als wij samen...

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Taal Actief
 - Taal
-Woordenschat
-Spelling

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide