Verleden tijd A2 intro + thema ziek

Introductie Verleden Tijd
Signaal woorden 
  • gisteren
  • vorig(e) jaar / week
  • verleden week
  • vanochtend
  • 2021
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NedelandsISK

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Introductie Verleden Tijd
Signaal woorden 
  • gisteren
  • vorig(e) jaar / week
  • verleden week
  • vanochtend
  • 2021

Slide 1 - Slide

Wat heb jij gedaan?
beginnen / bewegen / bekijken / bieden / blijken / blijven / breken /brengen
1. Gisteren (beginnen) ik mijn dag met een wandeling.
  • Ik ben mijn dag met een wandeling begonnen.
  • Ik begon mijn dag met een wandeling

2. Wij (krijgen) van docent Pudji les
  • Wij hebben van docent Pudji les gekregen.
  • Wij kregen van docent Pudji les


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Vorige week
Wat hebben jullie bij docent Pudji gedaan?

Slide 4 - Slide

Huiswerk
opdracht 11 [moeilijke woorden]

Slide 5 - Slide

Huiswerk
opdracht 11 [moeilijke woorden]

Slide 6 - Slide

2 teams
We gaan 2 video's bekijken en de vragen doen.
De video's gaan over het thema 'ziek'

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Dokter bezoek
Met gevoel reageren

Wat lastig!
Dat is niet leuk.
Wat vervelend
Advies

Je kunt het beste...
Misschien moet je...
.... is belangrijk
Reactie op advies

Goed idee.
Ja, dat is zo.
Ik weet het niet, hoor.

Slide 9 - Slide

Luister en zeg na
Wat lastig voor je!
Dat is niet leuk!
Wat vervelend!
Goed idee.
Ja dat is zo.
Ik weet het niet, hoor.
Sporten is belangrijk.

Slide 10 - Slide

Spreek samen
Spreker A leest de zin.
Spreker B reageert met gevoel en geeft advies
Spreker A reageert op het advies.
Dan gaan we naar de volgende twee sprekers.
In totaal 6 gesprekjes.

>> Schrijf jouw zin over en bereid samen kort voor.

Slide 11 - Slide

Ik kan niet goed opletten tijdens de les.




A: lees de zin
B: reageer met gevoel geef advies
A: reageer op het advies

Slide 12 - Slide

Ik heb erg last van hoofdpijn als ik op de computer werk.




A: lees de zin
B: reageer met gevoel geef advies
A: reageer op het advies

Slide 13 - Slide

Ik heb de laatste nachten niet goed geslapen




A: lees de zin
B: reageer met gevoel geef advies
A: reageer op het advies

Slide 14 - Slide

Ik ben de laatste tijd heel verdrietig




A: lees de zin
B: reageer met gevoel geef advies
A: reageer op het advies

Slide 15 - Slide

Ik heb veel last van stress




A: lees de zin
B: reageer met gevoel geef advies
A: reageer op het advies

Slide 16 - Slide

Ik heb zere en zware benen




A: lees de zin
B: reageer met gevoel geef advies
A: reageer op het advies

Slide 17 - Slide

Tijd voor opdracht 12/13
bladzijde 68

Slide 18 - Slide

3. De dokter (bekijken) zorgvuldig de röntgenfoto's van mijn been.
4. Mijn moeder (brengen) gisteren een heerlijke fruitsalade mee naar huis.
5. Hij (bieden) me vriendelijk een glas water aan na de lange wandeling.
6. Na de griep (blijven) ik een week thuis om te herstellen.
7. Helaas (breken) mijn broer zijn arm tijdens het skateboarden.
8. De grammatica (blijken) makkelijker dan ik had verwacht.

Slide 19 - Slide