This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
§3.1 - Water op aarde
Slide 1 - Slide
De lessonup
Om deze lessonup goed te kunnen maken kan het handig zijn om eerst §3.1 van het tekstboek door te lezen. Je kunt ook direct met de lessoup bezig gaan, en tijdens het werken §3.1 gebruiken om dingen in op te zoeken.
Slide 2 - Slide
Sleep de cijfers naar de juiste begrippen
Condensatie
Gletsjer
Oppervlakte water
Verdamping
Waterdamp
1
2
3
4
5
Slide 3 - Drag question
In de afbeelding zie je ...
A
De korte waterkringloop
B
De lange waterkringloop
C
De korte en de lange waterkringloop
Slide 4 - Quiz
Vul het missende woord in.
Bij 1 is het ... dan bij 3.
A
warmer
B
kouder
C
dezelfde temperatuur
Slide 5 - Quiz
Maak de juiste combinaties
Condensatie
Verdamping
Waterdamp --> water
Water --> waterdamp
Als het warmer wordt
Als het kouder wordt
Slide 6 - Drag question
3 soorten rivieren
- Gletsjerrivier: hierdoor stroomt vooral smeltwater van een gletsjer.
- Regenrivier: hierdoor stroomt vooral regenwater.
- Gemengde rivier: hierdoor stroomt regenwater en smeltwater van de gletsjer.
Slide 7 - Slide
Sleep de bolletjes naar de juiste woorden.
Regenrivier
Gletsjerrivier
Gemengde rivier
Slide 8 - Drag question
Regiem
Het regiem van de rivier geeft aan wanneer er meer en wanneer er minder water door de rivier stroomt.
Slide 9 - Slide
Regiem
In de grafiek zie je het regiem van een rivier.
In de maanden december, januari en februari stroomt er veel water door de rivier. In de zomer weinig.
Slide 10 - Slide
Welk regiem past bij een gletsjerrivier?
A
Er stroomt altijd veel water door deze rivier.
B
Het meeste water stroomt door de rivier in het voorjaar.
C
Het meeste water stroomt door de rivier in het najaar.
D
Het meeste water stroomt door de rivier in de winter.
Slide 11 - Quiz
Gletsjerrivier
Het meeste water stroomt door deze rivier in het voorjaar, want dan smelt het meeste ijs van de gletjsers.
Slide 12 - Slide
Welk regiem past bij een regenrivier?
A
Er stroomt altijd veel water door deze rivier.
B
Er stroomt weinig water door deze rivier in het voorjaar.
C
Er stroomt weinig water door deze rivier in de zomer.
D
Er stroomt weinig water door deze rivier in de winter.
Slide 13 - Quiz
Regenrivier
Er stroomt weinig water door deze rivier in de zomer, want dan verdampt het meeste water! (en mensen en planten drinken dan ook meer)
Slide 14 - Slide
Maak de juiste combinaties
Gletsjerrivier
Regenrivier
Gemengde rivier
Slide 15 - Drag question
De waterbalans
Je ziet hier een waterbalans van Madrid.
De groene lijn geeft aan hoeveel water verdampt.
De blauwe lijn geeft aan hoeveel neerslag er valt.
Slide 16 - Slide
In welke maanden is er meer verdamping dan neerslag, en waarom?
klik op de afbeelding om hem groter te maken
A
in de zomer
omdat het dan het warmst is
B
in de zomer
omdat er dan veel minder neerslag valt
C
in de winter
omdat het dan het koudst is
D
in de winter
omdat er dan veel minder neerslag valt
Slide 17 - Quiz
In de zomermaanden is er een tekort aan bodemwater. Hoe komt water in de bodem terecht?
klik op de afbeelding om hem groter te maken
A
Door verdamping
B
Door condensatie
C
Door infiltratie
D
Via rivieren
Slide 18 - Quiz
Gebruik je boek.
In de winter valt er meer neerslag dan er verdampt. Dit is:
klik op de afbeelding om hem groter te maken
A
De waterbalans
B
Grondwater
C
Nuttige neerslag
D
Oppervlakte water
Slide 19 - Quiz
Welke vraag heb je nog over de stof van §3.1? Of wat vond je nog lastig?
Of: snap je alles, en ben je in staat te helpen met uitleggen?
Slide 20 - Open question
Ben je klaar?
Bekijk de vragen nog eens. Snap je alle vragen en antwoorden? Zo niet. Schrijf je vragen op bij de vorige slide.
Ben je helemaal klaar? Ga dan bezig met opdracht 4 t/m 8 van §3.1.