Adiós a las vacaciones

Adiós a las vacaciones
Repaso de "presente perfecto"y el verbo "Gustar"
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Adiós a las vacaciones
Repaso de "presente perfecto"y el verbo "Gustar"

Slide 1 - Slide

Wat is het hulpwerkwoord van de presente perfecto in Spaans?
A
Haber
B
Tener
C
Hacer
D
Hablar

Slide 2 - Quiz

he
has
ha
hemos
habéis
han
      yo
    
      tú
nosotros
nosotras
él/ ella/ usted
vosotros
vosotras
ellos/ ellas
ustedes

Slide 3 - Drag question

Het voltooid deelwoord van regelmatige -ar werkwoorden is:
A
-ando
B
-ado
C
-ido

Slide 4 - Quiz

Het voltooid deelwoord voor regelmatige -er en -ir werkwoorden is:
A
-iendo
B
-ado
C
-ido

Slide 5 - Quiz

Wat betekent "has ido de vacaciones este verano"?
A
Ga je op vakantie deze zomer?
B
Ben je deze zomer op vakantie geweest?
C
Gaan we op vakantie deze zomer?
D
Ben je op vakantie geweest?

Slide 6 - Quiz

Wat betekent "¿Has ido de camping?"

Slide 7 - Open question

Wat is de juiste vorm van:
"Decir- tú"
A
he dicho
B
ha dicho
C
has dicho
D
han dicho

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste vorm van:
"nadar- nosotros"
A
hemos nado
B
hemos nadado
C
habéis nadado
D
han nadado

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste vorm van:
"hacer - yo"
A
he hecido
B
has hecho
C
han hecho
D
he hecho

Slide 10 - Quiz

Schrijf de juiste vormen van:
1) yo cantar
2) tú beber
3) ellos vivir

Slide 11 - Open question

schrijf vijf onregelmatige
Spaanse voltooid deelwoorden

Slide 12 - Mind map

las playas
bailar salsa
Dormir mucho
los hoteles de lujo
mi casa
los nachos con queso
La ciudad de Madrid
Gusta
Gustan

Slide 13 - Drag question

Hoe zeg je in het Spaans:
"wij houden van paella"

Slide 14 - Open question

"Les gusta mucho las tapas"
significa...
A
zij houden erg veel van tapas.
B
Zij houdt erg veel van tapas.
C
We houden erg veel van tapas.
D
Jullie houden erg veel van tapas.

Slide 15 - Quiz

Schrijf de juiste vorm:
1) yo- gustar - el tenis
2) vosotros - gustar - jugar al golf
3) Mis amigas - gustar - las discotecas

Slide 16 - Open question

Schrijf vier zinnen om te vertellen wat je leuk vindt.

Slide 17 - Open question