Repaso grammatica schrijftoets V3

1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

presente perfecto

Slide 2 - Slide

Hoe maak je de perfecto?
koppelwerkwoord haber + voltooid deelwoord (Sp: participio)

voltooid deelwoord =
stam + ado/ido



Slide 3 - Slide

decir
dicho
escribir
escrito
hacer
hecho
ver
visto
abrir
abierto
poner
puesto
volver
vuelto
romper
roto
Onregelmatige ww in de presente perfecto.

Slide 4 - Slide

Zet in de presente perfecto:
Nosotros (beber) agua.

Slide 5 - Open question

Zet in de presente perfecto:
Yo (hacer) mis deberes.

Slide 6 - Open question

Zet in de presente perfecto:
Ellos (romper) corazones.

Slide 7 - Open question

Zet in de presente perfecto:
Tú (hablar) con mi hermana

Slide 8 - Open question

gustar...

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Vul de correcte vorm van gustar in:
A mi madre ___ ____ escribir historias

Slide 11 - Open question

Vul de correcte vorm van gustar in:
A nosotras ___ ____ la manzana

Slide 12 - Open question

Vul de correcte vorm van gustar in:
A él ___ ____ las vacaciones

Slide 13 - Open question

verbos reflexivos

Slide 14 - Slide

Wederkerende ww
ALTIJD 2 COMPONENTEN

het wederkerende deel + vervoegd werkwoord




Slide 15 - Slide


Ella _________ (ponerse) una falda

Slide 16 - Open question

Tú __________ (levantarse) a las 8

Slide 17 - Open question

klinkerwisselingen...

Slide 18 - Slide

werkwoorden met klinkerwisseling

Slide 19 - Slide

Tú __________ (empezar) a las 8

Slide 20 - Open question

Nosotros __________ (dormir) mucho

Slide 21 - Open question

El profesor__________ (repetir) mucho

Slide 22 - Open question

Algunos verbos irregulares
                             ser =     zijn
                             ir=          gaan
                             tener = hebben
                             estar=   zijn (emoties, locatie)
                             hacer= doen


Slide 23 - Slide

Vosotros__________ (ser) de Francia

Slide 24 - Open question

Yo__________ (ir) al instituto

Slide 25 - Open question

Tú__________ (tener) muchos amigos

Slide 26 - Open question

Nosotros__________ (estar) de vacaciones

Slide 27 - Open question

Yo__________ (hacer) mis deberes

Slide 28 - Open question

Zinnen maken



!!!!!!LET OP!!!!!!


1. plaatsbepaling of tijdsbepaling
2. onderwerp
3. alle werkwoorden (alleen het eerste ww is vervoegd)
4. rest van de zin.
-bijvoeglijk naamwoord áchter zelfstandig naamwoord
-enkelvoud/meervoud/mannelijk/vrouwelijk



Slide 29 - Slide