HAVO 3 Chapitre 2 Vorm en plaats Bijvoeglijk naamwoord

Leerdoelen
  1. Je kent de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord.
  2. Je weet op welke plaats het bijvoeglijk naamwoord komt.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Leerdoelen
  1. Je kent de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord.
  2. Je weet op welke plaats het bijvoeglijk naamwoord komt.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan, aan het woordje waar het over gaat.

Un grand garçon
Deux grands garçons
Une grande fille
Deux grandes filles

M. enkv
M. mv
-
+ S
V.enkv
V.meerv
+e
+ es

Slide 3 - Slide

Plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord komt ACHTER het zelfstandig naamwoord. Behalve het rijtje hieronder. Dat moet je uit je hoofd leren. Dat gaat makkelijker als je ze hardop uitspreekt. Dan merk je namelijk dat de woorden rijmen.
VOOR het zelfstandig naamwoord:

Bon (goed) - Beau (mooi) - Grand (groot) -
Nouveau (nieuw) - Petit (klein) - Vieux (oud)

Slide 4 - Slide

Uitzonderingen
Let goed op de uitzonderingen! Ze staan op blz. 70 van je tekstboek

Slide 5 - Slide

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sportif) Deux .... garçons ....

Slide 6 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(petit) J'ai trois .... soeurs ......


Slide 7 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sympa) Un .....prof ......



Slide 8 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(beau) Une ..... maison ....



Slide 9 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(nouveau) Une ... voiture ....


Slide 10 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(noir) Un .... chat .....


Slide 11 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(vieux) Une .... femme ......


Slide 12 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(méchant) le ... loup .....



Slide 13 - Open question

Chapitre 2 - Bron D
à partir de la page 70

= devoirs (huiswerk)

Slide 14 - Slide

Evaluatie 1
  1. Wat is hoofdregel voor de vormen van het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 15 - Slide

Evaluatie 2
m. enkv
v. enkv
-
e
m. meerv
v. meerv
s
es

Slide 16 - Slide

Evaluatie 3
Vul het woordweb op de volgende dia in.  
Welke bijvoeglijke naamwoorden komen VOOR het bijvoeglijk naamwoord ?

Slide 17 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden die VOOR het zelfstandig naamwoord komen.

Slide 18 - Mind map

Slide 19 - Link