HAVO 3 Chapitre 2 Vorm en plaats Bijvoeglijk naamwoord

1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kent de verschillende vormen van het bijvoeglijk naamwoord.
  2. Je weet op welke plaats het bijvoeglijk naamwoord komt.

Slide 2 - Slide

Programma
  1. Kijk en luister naar het instructiefilmpje
  2. Even oefenen
  3. Evaluatie
  4. Extra oefenen...

Slide 3 - Slide

1. De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Kijk en luister op de volgende dia naar het instructiefilmpje
Kijk en luister naar het instructiefilmpje over de VORM van het bijvoeglijk naamwoord.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan, aan het woordje waar het over gaat.

Un grand garçon
Deux grands garçons
Une grande fille
Deux grandes filles

M. enkv
M. mv
-
+ S
V.enkv
V.meerv
+e
+ es

Slide 6 - Slide

Plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord komt ACHTER het zelfstandig naamwoord. Behalve het rijtje hieronder. Dat moet je uit je hoofd leren. Dat gaat makkelijker als je ze hardop uitspreekt. Dan merk je namelijk dat de woorden rijmen.
VOOR het zelfstandig naamwoord:

Bon (goed) - Beau (mooi) - Grand (groot) -
Nouveau (nieuw) - Petit (klein) - Vieux (oud)

Slide 7 - Slide

Uitzonderingen
Let goed op de uitzonderingen! Ze staan op blz. 70 van je tekstboek

Slide 8 - Slide

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sportif) Deux .... garçons ....

Slide 9 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(petit) J'ai trois .... soeurs ......


Slide 10 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(sympa) Un .....prof ......



Slide 11 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(beau) Une ..... maison ....



Slide 12 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(nouveau) Une ... voiture ....


Slide 13 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(noir) Un .... chat .....


Slide 14 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(vieux) Une .... femme ......


Slide 15 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(bon) ..... chaussures .... (v mv)


Slide 16 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(bleu) Un .... stylo ....


Slide 17 - Open question

Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm.

(méchant) le ... loup .....



Slide 18 - Open question

Chapitre 2 - Bron D
à partir de la page 70

= devoirs (huiswerk)

Slide 19 - Slide

Evaluatie 1
  1. Wat is hoofdregel voor de vormen van het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 20 - Slide

Evaluatie 2
m. enkv
v. enkv
-
e
m. meerv
v. meerv
s
es

Slide 21 - Slide

Evaluatie 3
Vul het woordweb op de volgende dia in.  
Welke bijvoeglijke naamwoorden komen VOOR het bijvoeglijk naamwoord ?

Slide 22 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden die VOOR het zelfstandig naamwoord komen.

Slide 23 - Mind map

Slide 24 - Link