This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
§1.1 Wat heb je te besteden?
H1 Inkomen en welvaart
Slide 1 - Slide
Het inkomen van Kaan was in 2019 2.200 euro per maand. Hij krijgt een loonsverhoging en verdient in 2020 2.350 euro per maand. Met hoeveel procent is zijn inkomen gestegen? 1 cijfer achter de komma.
Slide 2 - Open question
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Slide 3 - Drag question
Prioriteit
Zelfvoorziening
Welvaart
Je voorziet in je behoefte zonder wat te kopen!
Kiezen wat voor jou het belangrijkste is
De mate waarin je in je behoefte kunt voorzien
Slide 4 - Drag question
consumeren
produceren
Het maken van goederen en diensten
Het gebruiken van goederen en diensten
Slide 5 - Drag question
Lesdoelen
Je leert in deze paragraaf:
• wat voor verschillende soorten inkomens er zijn
• waardoor je koopgedrag kan veranderen
• waarom bepaalde doelgroepen belangrijk zijn
• dat jouw aankopen gevolgen hebben voor anderen en voor het milieu.
Slide 6 - Slide
Soorten inkomens (aantekening)
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Voorbeelden van primaire inkomens zijn:
A
loon, huur en WW-uitkering
B
winst, rente en huur
C
Wlz-uitkering, AOW-uitkering en WW-uitkering.
D
AOW-uitkering, pacht en loon
Slide 9 - Quiz
Wat is een voorbeeld van secundair inkomen?
A
Winst van je eigen bedrijf
B
Kinderbijslag
C
Salaris
Slide 10 - Quiz
Wat is GEEN overdrachtsinkomen?
A
Kinderbijslag
B
Winst
C
Studiefinanciering
D
Huurtoeslag
Slide 11 - Quiz
Wat zijn overdrachtsinkomen?
A
Inkomsten die je krijgt als uitkering, zoals WW.
B
Inkomen die je krijgt als je overgedragen wordt.
C
Inkomen die je krijgt bij de overdracht van goederen.
D
Inkomen die je krijgt van je spaargeld, rente.
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Video
Noem de 6 marketinginstrumenten (P's)
Slide 14 - Open question
Geld besteden
Slide 15 - Slide
Waardoor veranderen je behoeften?
Slide 16 - Open question
Doelgroep
Slide 17 - Slide
Een doelgroep is:
A
alle keepers bij balsporten
B
Een groep mensen die hetzelfde doel hebben
C
Een groep mensen die dezelfde kenmerken hebben
D
Alle mensen die zorgen voor een goed doel
Slide 18 - Quiz
Gevolgen van jouw consumptie
Slide 19 - Slide
Inkomen uit arbeid
Inkomen uit bezit
Overdrachtsinkomen
Slide 20 - Drag question
Vragen
Kan je de theorie toepassen?
Slide 21 - Slide
Voorbeelden van primaire inkomens zijn:
A
loon, huur en WW-uitkering
B
winst, rente en huur
C
Wlz-uitkering, AOW-uitkering en WW-uitkering.
D
AOW-uitkering, pacht en loon
Slide 22 - Quiz
Inkomensverdeling nadat de overheid heeft ingegrepen
A
Primaire inkomensverdeling
B
Secundaire inkomensverdeling
Slide 23 - Quiz
Duurzaam produceren is
A
Het hergebruik van stoffen
B
Productie wat veel kost
C
Produceren zonder schade voor het milieu
D
Produceren voor het milieu
Slide 24 - Quiz
Milieuvervuiling is vaak afkomstig van bedrijven. De overheid wil bedrijven stimuleren schoner te produceren, om zo een schonere wereld te krijgen. Daarvoor zijn de volgende tussenstappen nodig.
Welke volgorde van tussenstappen geldt voor een vervuilend bedrijf dat van de overheid schoner moet gaan produceren?
1
2
3
Duurzaam produceren
Milieuregels
Investeren in milieuvriendelijke aanpassingen
Slide 25 - Drag question
Aan het werk!
Maken de opdrachten van paragraaf 1.1
Slide 26 - Slide
Afsluiten
Weektaak 1.1
Slide 27 - Slide
Kan je verschillende soorten inkomens beschrijven?
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren
Slide 28 - Poll
Kan je uitleggen waardoor je koopgedrag kan veranderen?
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren
Slide 29 - Poll
Kan je uitleggen waarom bepaalde doelgroepen belangrijk zijn.
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren
Slide 30 - Poll
Kan je uitleggen dat jouw aankopen gevolgen hebben voor anderen en voor het milieu.