4.1 De pruikentijd

De vlucht van de koning
Sinds 1789 waren de burgers van Frankrijk in opstand gekomen tegen de.....
1 / 20
next
Slide 1: Open question
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De vlucht van de koning
Sinds 1789 waren de burgers van Frankrijk in opstand gekomen tegen de.....

Slide 1 - Open question

Waarom waren de burgers van Frankrijk zo boos op de koning?

Slide 2 - Open question

Wie dragen er tegenwoordig een pruik?

Slide 3 - Open question

Waarom droeg men vroeger pruiken?

Slide 4 - Open question

A tekst lezen.
Welke moeilijke woorden zie je?

Slide 5 - Mind map

4.1 De pruikentijd 
A tekst De standenmaatschappij

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
  • Nederland is in verval in de 18e eeuw
  • Wat de pruikentijd is
  • Dat Frankrijk een standenstaat is.
  • Wat een standenmaatschappij is.
  • Waarom de derde stand ontevreden is

Slide 7 - Slide

Nederland in verval
  • Nederland niet meer machtigste rijkste land van Europa
  • Handel en nijvherheid in verval
  • Bankiers deden goede zaken
  • Rijke families dure huizen (voor in de zomer) aan de Vecht (Utrecht)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Pruikentijd
  • 18e eeuw pruikentijd (mode voor de rijken)
  • Adel en hoge burgerij lieten door pruiken zien hoe rijk en belangrijk ze waren.

Slide 10 - Slide

Econmoische bloei in Frankrijk
  • Groot Brittannië koploper economische bloei en macht.
  • Frankrijk kwam handel en nijverheid ook tot bloei.
  • Veel schepen kwamen aan in de Atlantische havens met goederen, zoals katoen, tabak, koffie en suiker.
  • Rond Parijs grote bedrijven die behang, wapens en wandtapijeten produceerden.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Economische bloei in Frankrijk
  • 85% van de Fransen woonde eind 18e eeuw op het platteland.
  • Grootste gedeelte leefde van de landbouw.
  • Ze gingen gebukt onder de verplichtingen van de plaatselijke adel (pacht, belasting en herendiensten)

Slide 13 - Slide

Franse standenmaatschappij
  • Frankrijk standenmaatschappij
  1. Eerste stand geestelijken (personeel kerk)
  2. Tweede stand (koning en adel)
  3. Derde stand boeren en burgers

Slide 14 - Slide

Standenstaat. Eerste- en tweede stand allerlei voorrechten
  • Alleen leden van adel konden de hoge banen krijgen in het leger en als ambtenaar.
  • Eigen rechtsspraak voor geestelijken en adel (werden minder streng gestraf voor dezelfde misdaden).
  • Derde stand verdiende het minste, maar betaalde grootste gedeelte van de belasting (soms 70% van het inkomen).
  • Koning absoluut vorst

Slide 15 - Slide

De drie standen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

In Nederland hebben we geen standenmaatschappij, maar een.......maatschappij

Slide 18 - Open question

Hoe zouden de Franse derde stand zich voelen? Wel het meest belasting betalen, maar niet meebeslissen.

Slide 19 - Open question

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 20 - Mind map