3HVN - Grootheden / Eenheden

Natuurprofielen
Les 1: Grootheden en Eenheden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Natuurprofielen
Les 1: Grootheden en Eenheden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is een grootheid?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Welke grootheid heeft als eenheid ohm?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Kracht is een grootheid. Het symbool van de grootheid Kracht is de letter...... .........

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Kracht is een grootheid.
De eenheid van kracht is de.........

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

wat is het verschil tussen een eenheid en een grootheid?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Welke eenheid is GEEN eenheid van tijd?
A
seconde
B
uur
C
jaar
D
stopwatch

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de onderstaande eenheden is GEEN SI-eenheid?
A
Seconde
B
Meter
C
Ampere
D
Coulomb

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De eenheid van stroomsterkte is:
A
Volt
B
Watt
C
Ampère
D
Ohm

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hieronder staan eenheden en grootheden. Welke is de eenheid?
A
Afstand
B
Energie
C
Massa
D
Volt

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de eenheid voor de weerstand
A
W
B
R
C
Ω
D
D

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

De eenheid van warmte is
A
Joule
B
Watt
C
Graden Celsius
D
Kelvin

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Omrekenen van kW naar W:
Wat moet je dan doen?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Reken om:
0,002 g = ........mg
30 mg = .........g

Slide 14 - Open question

1 A = 1000 mA

1 mA = 0,001 A

0,002 A = 2 mA
30 mA = 0,030 A


Reken om:
0,002 A = ........mA
30 mA = .........A

Slide 15 - Open question

1 A = 1000 mA

1 mA = 0,001 A

0,002 A = 2 mA
30 mA = 0,030 A


Reken om:
2 kN = ........ N
30 N = .........kN

Slide 16 - Open question

This item has no instructions