aller et futur proche
Hij (aller)
1 / 14
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Hij (aller)
Slide 1 - Open question
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
aller
=
gaan
Sleep de juiste vorm van aller naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle
nous
vous
ils/elles
tu
je
allons
vont
vais
allez
vas
va
Slide 4 - Drag question
aller (tu)
timer
0:20
Slide 5 - Open question
aller (nous)
timer
0:20
Slide 6 - Open question
ils ... (aller)
Slide 7 - Open question
aller (vous)
timer
0:20
Slide 8 - Open question
aller (je)
timer
0:20
Slide 9 - Open question
Hoe maak je de futur proche?
Slide 10 - Mind map
wat is de futur proche van regarder
je.......................
je.......................
Slide 11 - Open question
wat is de futur proche van parler
vous.......................
vous.......................
Slide 12 - Open question
Wat is de futur proche van manger
elle ...............
elle ...............
