What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
les 14: Overtuigend lezen
Lezen
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lezen
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
1. Je kent de betekenis van de meeste woorden die je tegenkomt.
2. Je achterhaalt de betekenis van onbekende woorden af uit de vorm, samenstelling of de zinnen eromheen.
Slide 2 - Slide
Tekstdoelen en tekstsoorten
Slide 3 - Slide
Wat is de tekstsoort bij het tekstdoel overtuigen?
A
Informatieve tekst
B
Tekst met een mening(betoog)
C
Activerende tekst
D
Amuserende tekst
Slide 4 - Quiz
De tekstsoort die bij het tekstdoel 'overhalen' hoort is:
A
Betogende tekst
B
Amuserende tekst
C
Aansporende of activerende tekst
D
Beschouwende tekst
Slide 5 - Quiz
Is 'informeren' een tekstdoel of een tekstsoort?
A
Tekstsoort
B
Tekstdoel
C
Beide
D
Geen van beide
Slide 6 - Quiz
Het tekstdoel is: activeren
Wat is de tekstsoort?
A
Een handleiding van de Ikea
B
Een betoog over een rookverbod
C
Een zelfhulpboek
D
Een uitnodiging naar een feestje
Slide 7 - Quiz
Welk tekstdoel en tekstsoort heeft een recensie?
A
Informeren/informatie-ve tekst
B
amuseren/ amuserende tekst
C
overtuigen/ overtuigende tekst
D
activeren/ activerende tekst
Slide 8 - Quiz
Signaalwoorden en tekstverbanden
Slide 9 - Slide
Tekstverbanden
Tekstverbanden:
Opsomming
Tegenstelling
Reden
Voorbeeld
Oorzaak-gevolg
Middel-doel
Voorwaarde
Conclusie
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Wat is GEEN signaalwoord?
A
die
B
dus
C
maar
D
bovendien
Slide 12 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
daarnaast
C
echter
D
zo
Slide 13 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor uitspraak-voorbeeld?
A
maar
B
en
C
echter
D
denk aan
Slide 14 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 15 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
ten eerste
B
daarom
C
bijvoorbeeld
D
maar
Slide 16 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 17 - Quiz
Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'tijd'?
A
eerst
B
ten slotte
C
daarna
D
denk aan
Slide 18 - Quiz
'Maar' is een signaalwoord. Bij welk verband hoort dit signaalwoord?
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
reden
D
opsomming
Slide 19 - Quiz
Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor 'opsomming'?
A
en
B
ook
C
daarna
Slide 20 - Quiz
Wat zijn signaalwoorden?
A
Ze geven een signaal, zodat je weet waar je gebleven bent met lezen.
B
Ze geven aan wat voor soort tekst het is.
C
Ze geven aan met welk verband je te maken hebt.
D
Ze geven voor welk publiek de schrijver de tekst heeft geschreven.
Slide 21 - Quiz
Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
maar
C
tegenover
D
daarentegen
Slide 22 - Quiz
Aan de slag
Maak in je boekje opdracht 2 van "overtuigende tekst".
Slide 23 - Slide
More lessons like this
Trede 16 Overtuigd Lezen 1
May 2021
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Lezen blok 4
February 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Herhaling tekstverbanden en signaalwoorden 2V
March 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
WO
vwo
Tekstverbanden en signaalwoorden
October 2020
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Z 32 B Lezen
September 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
uitchecken tekstdoelen en -verbanden
February 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Tekstverbanden en signaalwoorden
May 2019
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
Tekstverbanden, tekstsoorten, teksten met meningen
October 2022
- Lesson with
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2