uitchecken tekstdoelen en -verbanden

Ik kan tekstdoelen herkennen.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ
1 / 18
next
Slide 1: Poll
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Ik kan tekstdoelen herkennen.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 1 - Poll

Ik kan ... tekstdoelen opnoemen.
1.
2.
3.
4.
5.

Slide 2 - Poll

Het tekstdoel van reclame is overtuigen.
Waar
Niet waar

Slide 3 - Poll

Het tekstdoel van een krantenartikel is altijd informeren.
Waar
Niet waar

Slide 4 - Poll

Het tekstdoel van een leesboek is altijd amuseren.
Waar
Niet waar

Slide 5 - Poll

Het tekstdoel van een schoolboektekst is altijd overtuigen.
Waar
Niet waar

Slide 6 - Poll

Het tekstdoel van een handleiding is instrueren.
Waar
Niet waar

Slide 7 - Poll

Welke tekstsoort hoort bij welk tekstdoel?
timer
1:00
Overhalen
Amuseren
Overtuigen
Informeren

Slide 8 - Drag question

Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.
Tekstdoel Informeren
Tekstdoel Overtuigen
Tekstdoel Waarschuwen
Tekstdoel Tot handelen aansporen
Tekstdoel Instrueren
nieuwsbericht
Folder van dierenarts om je huisdier in te laten enten

Etiket op vuurwerk om afstand te houden
Een oproep op een website om te gaan protesteren. 
Uitleg op LE website hoe je je kunt aanmelden voor flexuur. 
Artikel op website Voedingswijzer om elke dat fruit en groente te eten.
Spelhandleiding hoe je 'Yahtzee' moet spelen.
folder over verschillende workshops in het buurthuis.

Slide 9 - Drag question

Tekstverbanden

Slide 10 - Slide

Weet je nu wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn?
JA
Nee

Slide 11 - Poll

Ik kan tekstverbanden herkennen aan het signaalwoord.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 12 - Poll

Ik kan tekstverbanden herkennen in een tekst.
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 13 - Poll

Ik kan het concluderend tekstverband herkennen
0100

Slide 14 - Poll

Ik kan het doel-middel tekstverband herkennen
0100

Slide 15 - Poll

 Vraag 13 van 13
Tekstverband = uitleg
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
 
   ook

  bijvoorbeeld

    zo

    maar

Slide 16 - Drag question

Opsommend tekstverband
Tijdsvolgorde
Tegenstellend tekstverband
Concluderend tekstverband
Samenvattend tekstverband
Oorzaak/gevolg

Slide 17 - Drag question

Dilemma op woensdag
Slapen in een sarcofaag
Je tanden zijn gummibeertjes

Slide 18 - Poll