Samenvatting

Samenvatting
1 / 45
next
Slide 1: Slide
ALGEMENE LOGISTIEKE TAKENSecundair onderwijs

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Samenvatting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bloemen naast een fruitschaal verwelken sneller
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

waarom verwelken bloemen sneller naast een fruitschaal?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Tips om levensduur snijbloemen te verlengen
A
stelen schuin afsnijden
B
schone vaas
C
nooit water verversen
D
bij verwarming zetten

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waar let je op als je een koelkast gaat schoonmaken

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Hoe kan je besmetting voorkomen bij het handmatig afwassen van borden, bekers en bestek

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Hoe kan je besmetting voorkomen bij het machinaal afwassen van borden, bekers en bestek

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Maak je het aanrecht dagelijks schoon?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe sorteer je een BIJNA VOL bokaaltje, beschimmelde aardbeienkonfituur
A
restafval
B
glas
C
GFT en glas
D
GFT, glas en PMD

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke datum staat er op bederfelijke producten?
A
TVT
B
TWT
C
THT
D
TGT

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

TGT of THT
A
TGT
B
THT

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

TGT of THT?
A
TGT
B
THT

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

TGT of THT?
A
TGT
B
THT

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de logistiek assistent
voor de activiteit
tijdens de activiteit
na de activiteit
alles klaarzetten in de ruimte
de bewoners gaan halen in de kamer
enthousiast meedoen
helpen instaan voor de veiligheid
observeren 
rapporteren
 opruimen

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Immuun
A
je kunt de ziekte niet meer krijgen
B
behoorlijk ziek worden van een ziekte
C
een lichaamsvreemde stof
D
een spuit krijgen met zwakke ziekteverwekkers

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

vaccinatie
wat is dat?
A
inenting
B
immuniteit
C
infectie
D
antistof

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet dit hulpmiddel?
A
rollator
B
rolstoel
C
electrische rolstoel
D
looprek

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet dit hulpmiddel?
A
rollator
B
loopstok
C
armkrukken
D
looprek

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Een cliënt met een slecht been loopt met 1 kruk. Aan welke kant plaats je de kruk?
A
Aan de kant van het goede been
B
Aan de kant van het aangedane been
C
Ligt eraan of de cliënt links of rechtshandig is
D
Dit is afhankelijk of de helpende links of rechtshandig is

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De handvaten van een rolstoel kun je hoger en lager zetten. Voor wie is dat handig?
A
voor de persoon die in de rolstoel zit.
B
voor de persoon die de rolstoel duwt.
C
voor de fabriek die de rolstoel maakt.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Handen wassen
A
Ergonomie
B
Milieu
C
Hygiëne

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Geen schoenen met gladde zolen dragen
A
Milieu
B
Hygiëne
C
Veiligheid

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

De stofzuigerstang op de juiste hoogte instellen
A
Hygiëne
B
Ergonomie
C
Milieu

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

De juiste dosering gebruiken van schoonmaak middelen
A
Ergonomie
B
Milieu
C
Hygiëne

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De kraan niet onnodig laten lopen
A
Milieu
B
Ergonomie
C
Hygiëne

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Handschoenen dragen tijdens het werk
A
Milieu
B
Ergonomie
C
Hygiëne - Veiligheid

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is belangrijk bij een prikaccident?
A: Wondje goed laten bloeden
B: Het prikaccident direct melden
C: Wondje desinfecteren met alcohol 70%
D: Net doen alsof er niets gebeurd is
A
Alleen A is juist
B
A en B is juist
C
A, B en C is juist
D
D is juist

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Bij een prikaccident (je prikt jezelf per ongeluk aan een gebruikte naald) kun je besmet worden met hepatitis B.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde van handelen bij een prikaccident?
A
Bloeden, desinfecteren, spoelen, melden
B
Bloeden, spoelen, desinfecteren, melden
C
Melden, spoelen, bloeden, desinfecteren
D
Melden, bloeden, spoelen, desinfecteren

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een prikaccident?
Prikken aan een naald ...
A
tijdens klaarmaken van medicatie
B
na het injecteren van een zorgvrager
C
A en B zijn juist
D
geen van beiden zijn juist

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Afval sorteren in een WZC valt onder
A
hygiëne
B
ecologie
C
veiligheid
D
alle drie

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Geef een ander woord voor kostenbewust werken

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Prikongevallen voorkomen valt onder volgend basisprincipe
A
ecologie
B
veiligheid
C
comfort
D
alle drie

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

wat is een prikaccident
A
je prikken aan een naald
B
een bijtwonde
C
spatten
D
alle drie

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

wat is recappen

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

hepatitis b is een ziekte veroorzaakt door
A
een virus
B
een bacterie
C
een schimmel
D
alle drie

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

welk materiaal, welke zaken zijn gevaarlijk voor de zorgverlener die iemand verzorgt met hep B

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Hoe wordt hepatitis B overgedragen?
A
Sperma en bloed
B
Vaginaal vocht en gebruikte naalden
C
alle genoemde antwoorden
D
Bloed- slijmvlies

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt hepatitis B ook wel genoemd?
timer
0:30
A
Groenzucht
B
SOA
C
Geelzucht
D
Infectie

Slide 39 - Quiz

C
De ziekteverwekker van schurft is een..
A
Virus
B
Bacterie
C
Parasiet
D
Worm

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Je kan schurft krijgen als...
A
Je de hand schud van iemand met schurft
B
Je uit het glas drinkt van iemand met schurft
C
Je huisgenoot schurft heeft

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Schurft gaat vanzelf over
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Op onze huid zitten er duizenden soorten bacteriën en andere microben
A
juist
B
onjuist

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

MRSA is
A
een bacterie die resistent is voor een aantal gebruikte antibiotica
B
een schimmel die resistent is voor een aantal gebruikte antibiotica

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

wat is resistent

Slide 45 - Open question

This item has no instructions