Grammatica zinsdelen onderwerp

timer
10:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Grammatica zinsdelen




persoonsvorm
onderwerp



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Grammatica 
 Ik | kan | zinsdelen | maken
Lesdoelen
1. Je kent drie manieren om de PV te vinden
2. Je weet hoe je zinsdelen maakt 
3. Je kunt het onderwerp vinden in een zin

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoe vaak kijk jij naar Netflix?
Wat is de persoonsvorm?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Mijn ouders zouden graag willen dat de scholen weer opengaan.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Het onderwerp (ow) :

- geeft aan wie of wat iets doet in de zin.

- is een mens, dier, ding, plant of eigennaam of het verwijst naar een mens, dier, ding, plant of eigennaam.

- heeft ALTIJD hetzelfde getal als de persoonsvorm. Ze staan dus allebei in het enkelvoud OF allebei in het meervoud. 
(Ik loop niet ik lopen of wij fietsen niet ik fietsen)


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe vind je het onderwerp (ow) ?


1. Stel de vraag wie of wat + alle werkwoorden
Het antwoord op deze vraag is het onderwerp

Voorbeeld:
De wielrenners trainen wekelijks in groepsverband.
wie/wat + alle werkwoorden -> wie/wat trainen?
Antwoord = de wielrenners (onderwerp)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is het onderwerp?
Na school gingen de leerlingen naar huis.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Wat is het onderwerp?
Gelukkig ruimde Sjoerd zijn spullen meteen op.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Wat is het onderwerp?
Tijdens het eten las mijn vader de krant voor.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

persoonsvorm (pv)
onderwerp (ow)
eet
Piet
vallen
de stoel
de hond
sliep
de rozen
bloeide

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Zinsdelen maken 

- Een zinsdeel is een stukje van de zin met informatie die bij elkaar hoort. 

- Met | ....| geef je aan dat iets een zinsdeel is

- Zinsdelen controleer je door ze voor de PV te zetten


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel zinsdelen:
Rosemarie drinkt een kop koffie
A
3
B
2
C
1
D
5

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Oefenen: neem de zin over, onderstreep pv, omcirkel het onderwerp en zet zinsdelen.

- Oliver kijkt nieuwsgierig naar de les.

- Klas 1B heeft zin in de vakantie.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Oliver kijkt nieuwsgierig naar de les.
pv=
ow=

Slide 15 - Slide

Oliver | kijkt | nieuwsgierig | naar de les.

pv = kijkt
wie/wat kijkt? = Oliver
Klas 1B heeft zin in de vakantie.
pv=
ow=

Slide 16 - Slide

Klas 1B | heeft | zin | in de vakantie

PV = heeft
Wie/wat heeft? Klas 1B = ow