4TL Hoofdstuk 3 - Ben jij ondernemend?

4TL Hoofdstuk 3 - Ben jij ondernemend?
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

4TL Hoofdstuk 3 - Ben jij ondernemend?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Toegevoegde waarde = €0,55
Toegevoegde waarde = €0,20
Toegevoegde waarde = €0,25
Toegevoegde waarde = €0,65
Toegevoegde waarde

Slide 4 - Slide

Productiefactoren
Alles wat je nodig hebt kun je indelen in de volgende productiefactoren:
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap

Slide 5 - Slide

Kosten

Slide 6 - Slide

investeren en afschrijven 
Een bedrijf kan bij een grote investering niet gelijk het gehele bedrag van de investering afschrijven. de afschrijvingen word in stapjes uitgevoerd.

formule:
aanschafprijs investering - restwaarde / aantal gebruiksjaren

Slide 7 - Slide

Afschrijving berekenen
Om pakketten te bezorgen koop je een bestelbus van 17.800 euro. De bus ga je vijf jaar gebruiken. Bij inruil krijg je er nog 3500 euro voor. 
Bereken de afschrijving per jaar.
formule:
{aanschafprijs investering - restwaarde} / aantal gebruiksjaren
 

Slide 8 - Slide

Kostprijs per product
Kostprijs per product = (Vaste kosten + variabele kosten) : Aantal producten


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Consumentenprijs
Van Inkoopprjis naar consumentenprijs

inkoopprijs                                            € .........
Brutowinstopslag                              € .............        +
Verkoopprijs excl btw                      €................
BTW                                                          €...............        +
Consumentenprijs                             €................

Slide 11 - Slide

Consumentenprijs
De consumentenprijs is de prijs die jij betaalt voor een product in de winkel.

De verkoopprijs van de opladers is €7,00. De btw is 21%. Hoeveel betaalt de consument?


Verkoopprijs               = 100%
BTW                                = 21%      +
Consumentenprijs    = 121%

Cosumentenprijs = 121%

121 : 100 x €7,00 = €8,47

Slide 12 - Slide

Nettoresultaat  
Omzet
Inkoopwaarde –
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat

Slide 13 - Slide

Arbeidsproductiviteit
Totale productie per periode : Aantal werkenden = arbeidsproductiviteit

Slide 14 - Slide

Arbeidsproductiviteit verhogen
  • Mechanisatie
  • Automatisering
  • Betere arbeidsverdeling
  • Scholing
  • Prestatiebeloning

Slide 15 - Slide

0

Slide 16 - Video

Productiecapaciteit
Productiecapaciteit = De maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.



Slide 17 - Slide

Concrete markt 
Abstracte markt

Slide 18 - Slide

Maatschappelijke kosten - negatieve gevolgen van economische activiteiten

Slide 19 - Slide

Maatschappelijke opbrengsten
Maatschappelijke opbrengsten = alle voordelen die de samenleving heeft van een hogere productie bij bedrijven
=Meer welvaart!
(meer behoeften bevredigen)
Maatschappelijke opbrengst = meer banen

Slide 20 - Slide

H. 3.3

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Evenwicht & verschuiven Vraag- en Aanbodlijn

Evenwichtsprijs
prijs waarbij vraag en aanbod gelijk zijn

Evenwichtshoeveelheid
aantal producten dat wordt aangeboden
bij de evenwichtsprijs
Wat is hier de evenwichtsprijs?
omzet = afzet x prijs
Wat is hier de evenwichtsomzet?

Slide 23 - Slide

Verschuiven van de 
vraagcurve

Slide 24 - Slide

Vrije markt economie 
  • Een economie waar bedrijven lekker zelf mogen weten wat ze doen noemen we een vrije markt economie
  • De  overheid grijpt niet in met wetten en regelgeving
  • Een compleet vrije markt economie bestaat niet.
  • De VS is 1 van de landen die het dichtste bij een vrije markt economie komt. 


Slide 25 - Slide

Evenwichtshoeveelheid/ evenwichtsprijs
  1. Wat is de evenwichtshoeveelheid?
  2. Wat is de evenwichtsprijs?

Slide 26 - Slide

Marktaandeel

Slide 27 - Slide

Fusie
Soms voegen meerdere bedrijven samen om 1 groter bedrijf te vormen, dat kan door een fusie of overname.

Een fusie is wat meer van twee kanten.

Slide 28 - Slide

Marktvormen

Slide 29 - Slide

  • Een kartel is een groep
     bedrijven die samen
     afspraken hebben om
     de concurrentie te
     verminderen.
  • Dit is verboden!
Kartel

Slide 30 - Slide

ACM
ACM betekent Autoriteit Consument & Markt.


Dit is een overheidsinstelling die erop toeziet dat consumentenbelangen worden beschermd en dat bedrijven eerlijk met elkaar concurreren.

Slide 31 - Slide

Aan de slag!
Maken opdrachten 1 t/m 12 - pag. 86 - 89

Slide 32 - Slide

Tot het tentamen
Vrijdag 4e uur - Hoofdstuk 1
Vrijdag 6e uur - Hoofdstuk 2
Dinsdag 3e uur - Hoofdstuk 3
Woensdag 7e uur - ?

Daltonuren op vrijdag en woensdag

Slide 33 - Slide

Tentamen
Economie
H.3
In de week van  25-29 november

Slide 34 - Slide