3A hst 5.3 en 5.4

1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

grammatica voor deze les:
We gaan twee onderdelen bespreken:
1) wel doen! / niet doen! (gebiedende wijs)
2) will + hele werkwoord

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

5.1 Wel doen! Niet doen!: Imperatives
Dus.. met de 'imperative' kan je aangeven wat iemand wel of niet moet doen.

Wel doen!
Pick those oranges for me.
Do exercises 5 and 6.
Put your clothes in the closet.

Slide 4 - Slide

5.1 Wel doen! Niet doen!: Imperatives
Niet doen!
Don't talk while I'm talking.
Don't run away from me.
Don't tell anybody about this secret.

Slide 5 - Slide

gebiedende wijs
Nu komen wat vragen, kies de juiste gebiedende wijs
(de juiste 'wel doen' / 'niet doen')

Slide 6 - Slide

Wees op tijd!
A
Take your time.
B
Are on time.
C
Be on time.
D
Come in the right time.

Slide 7 - Quiz

Ga naar boven
A
Turn up
B
Go up
C
Go down
D
Up stairs

Slide 8 - Quiz

Je mag niet drinken hier...
A
You shouldn't drink here.
B
Does not drink here.
C
Drink not here.
D
Don't drink here.

Slide 9 - Quiz

Schiet op!
A
shoot up
B
hurry up
C
hurry on
D
no hurry

Slide 10 - Quiz

muziekfragmenten
Nu komen wat muziekfragmenten om aan te geven dat de gebiedende wijs veel voorkomt.
Schrijf in het tekstvak de woorden die je hoort.

Slide 11 - Slide

... your hands ... for Detroit, I love this city

Slide 12 - Open question

... you won't let go

Slide 13 - Open question

... ... somebody to love

Slide 14 - Open question

So ... .. .. when it's all over

Slide 15 - Open question

Once I was eleven years old my Daddy told me go ... ... a wife or you'll be lonely

Slide 16 - Open question

... me ... like I'm a domino

Slide 17 - Open question

will + hele werkwoord 
Je gebruikt de toekomende tijd will + hele werkwoord als iets in de toekomst gaat gebeuren. 

zie ook 5.6 blz 95TB

Slide 18 - Slide

will + hele werkwoord

Slide 19 - Slide

will + hele werkwoord
- Gebruik je om iets aan te bieden (I will help you out.)
- Bij beloftes (It will be fine, I promise!)
- Voorspellingen zonder bewijs 
   (I don't think she will win the game, but I don't know why)
- Bij een spontaan besluit (dus niet gepland) 
   ( We will walk you home if you're scared now.)

Slide 20 - Slide

will + not = WON'T

Slide 21 - Slide

En dan nu aan de slag!

Slide 22 - Slide

Homework:

  1. exercise 23 page 66 WB
  2. exercise 29, number 1, the name of these insects. page 70WB
  3. exercise 34 page 72WB
  4. exercise 35 page 73WB
  5. exercise 37 A, page 74WB

Slide 23 - Slide