Alle banen in een economie, kan je verdelen in drie sectoren (gebieden):
De landbouwsector
De industriesector.
De dienstensector.
Slide 3 - Slide
Leerdoelen P2:
1: Je kunt vier vormen van specialisatie in de landbouw beschrijven: akkerbouw, veeteelt, tuinbouw en bosbouw.
2: Je kunt uitleggen hoe door nieuwe technologie intensivering van de landbouw kon plaatsvinden.
3: Je kunt beschrijven welke gevolgen intensivering van de landbouw heeft voor boeren in centrumlanden en de (semi)periferie.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Landbouw?!
Ruim 10.000 jaar geleden gingen mensen voor het eerst als boer leven.
In het begin kleine stukjes land en enkele dieren, bedoeld om eigen groep te voeden.
Dit soort landbouw met gewassen EN vee heet gemengde landbouw.
Slide 6 - Slide
Specialisatie
In de loop van de eeuwen gingen steeds meer boeren zich richten op één soort landbouw: ze gingen aan specialisatiedoen:
Boeren richten zich op één soort landbouw.
Slide 7 - Slide
Vormen van specialisatie
In de landbouw kan je je in 4 soorten landbouw specialiseren:
Akkerbouw: het telen van gewassen op bouwland, zoals aardappelen en tarwe.
Veeteelt: het houden en fokken van vee.
Tuinbouw: het telen van groenten, fruit of bloemen, in kassen of in de buitenlucht.
Bosbouw: het aanplanten en onderhouden van bossen voor houtproductie.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Veeteelt!
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Bosbouw
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Tuinbouw!
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Akkerbouw!
Slide 16 - Slide
Specialisatie (2)
Door specialisatie konden boeren sneller werken en geld besparen.
Hierdoor konden ze hun bedrijf vergroten en steeg de productie.
Deze productie was vooral bedoeld om te verkopen.
Slide 17 - Slide
Specialisatie (2)
Specialisatie lukt lang niet elke boer. 84% van alle boeren wereldwijd heeft minder dan twee hectare land.
Zij doen aan gemengde landbouw en gebruiken eenvoudige werktuigen. Ze houden een deel van het voedsel voor zichzelf en hebben een laag inkomen.
Deze boerenbedrijven vind je vooral in landen in Afrika en Azië.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Intensivering
In ruim 100 jaar groeide de wereldbevolking van ~2 miljard naar 8,2 miljard mensen.
De vraag naar voedsel groeit dus ook mee.
Intensivering was nodig: meer opbrengst per dier of per hectare.
Om dit te bereiken werden nieuwe technologieën ontwikkeld
Slide 21 - Slide
Overzicht uitvindingen
• De uitvinding van kunstmest rond 1900. Kunstmest helpt gewassen beter te groeien.
• De steeds betere toepassing van irrigatie. Hierbij wordt landbouwgrond bevloeid met water via systemen die mensen aanleggen, zoals druppelirrigatie.
• De uitvinding van allerlei machines, zoals oogstmachines en melkrobots. Hiermee konden boeren meer land bebouwen of vee houden. Als machines het werk van mensen overnemen, noem je dat mechanisatie.
Slide 22 - Slide
Verticale landbouw
Slide 23 - Slide
Voordelige gevolgen:
Door al deze systemen:
Is de opbrengst enorm vergroot;
Is het aantal mensen werkzaam in de landbouw verminderd.
Dit gebeurde eerst in de centrumlanden. Later in de periferie.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Nadelige gevolgen:
Grote landbouwbedrijven hebben veel meer geld voor vernieuwingen dan kleine boeren. Ze kunnen zo hun opbrengst nog verder vergroten.
Vooral in (semi)perifere landen leidt dit tot migratie van het platteland naar de stad.
Veel kleine boeren, in zowel rijke en armere landen, moeten juist stoppen.
Slide 26 - Slide
Nadelen milieu
• Kunstmest heeft op veel plaatsen de bodem aangetast, waardoor deze minder vruchtbaar is.
• Bestrijdingsmiddelen doden ook nuttige insecten, vervuilen de bodem en het grondwater en zijn niet goed voor de gezondheid van mensen.
Slide 27 - Slide
Einde les
Leerlingen die nog toetsen/so´s moeten inhalen, blijven even zitten!
Check magister voor huiswerk!
Blijf op je plaats zitten, hou het volume laag en wacht tot de bel gaat!