1.4 Bronnen: De ligging van Teheran

2 minuten voordat de les begint
  • Oordopjes ook in de tas.
  • Jas uit / pet af :-) 
  • Leerboek & werkboek op tafel
  • Laptop op de tafel                                                                                                                                                                        
  • Iedereen stil als de timer is afgelopen
timer
2:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2 minuten voordat de les begint
  • Oordopjes ook in de tas.
  • Jas uit / pet af :-) 
  • Leerboek & werkboek op tafel
  • Laptop op de tafel                                                                                                                                                                        
  • Iedereen stil als de timer is afgelopen
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Goedemiddag
Pak alvast je spullen:
  • Laptop (dicht op tafel)
  • Aantekeningenschrift
  • Pen/Potlood

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • Kan je de verschillende hoogtegordels aangeven met vegetatie.
  • Ken je het verschil tussen absolute en relatieve afstand.

Slide 3 - Slide

Bron: hoogte en landschap
Hoogteligging = de ligging van een gebied in meters boven of onder zeeniveau
Hoogste berg van Iran:  de Damavand (5.671 m)
Verschillende landschappen in de bergen:
Regel: Hoe hoger je komt, hoe minder begroeiing

Slide 4 - Slide

Bron: Hoogte en temperatuur
Op de hoogste toppen van het Elbursgebergte ligt altijd sneeuw (= eeuwige sneeuw), doordat het daar kouder is dan aan de voet van de berg

Regel: hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt.

Slide 5 - Slide

B110 Reliëf - Heel belangrijk!
Hoogteverschillen in het landschap = reliëf
Er zijn vier verschillende reliëfvormen:
  • hooggebergte: de meeste toppen zijn hoger dan 1.500 m.
  • middelgebergte: de meeste toppen zijn tussen de 500 en 1.500 m hoog.
  • heuvelland: de meeste toppen zijn tussen  de 200 en 500 m.
  • laagland: het is vrijwel overal lager dan  200 meter.

Een gebied met weinig of geen reliëf is een vlakte. Als zo’n vlak gebied lager ligt dan 500 m, is het een laagvlakte. Boven de 500 m heet het een hoogvlakte of plateau

Slide 6 - Slide

B51: Hoogtegordels Heel belangrijk!
De verschillende hoogtegordels:
1. Loofboomgordel: ligt onder aan de berg (0-1000m)
2. Naaldboomgordel: ligt boven de loofboomgordel. Dit is de boomgrens: hierboven groeien geen bomen. (1000-2000m)
3. Alpenweiden: boven de boomgrens. Alleen nog grassen, kruiden & lage struikjes. (2000-2500m)
4. Rotsgordel: bijna geen planten meer. Koud en rotsen. (2500-3500m)
5. Eeuwige sneeuw: geen planten, altijd sneeuw (boven 3500m)
(Klik op de afbeelding om hem te vergroten)

Slide 7 - Slide

Bron: Verschillende soorten afstanden
Absolute afstand = de afstand die je meet lang een rechte lijn (hemelsbreed)
Relatieve afstand = de afstand die je meet in reistijd

Slide 8 - Slide

Bron: afstanden vanuit Teheran
In Iran zijn de afstanden tussen steden veel groter dan in Nederland

Mensen reizen in plaats van met de auto met een binnenlandse vlucht.

Van Teheran naar Zahedan - 1500 km
Van Amsterdam naar Madrid - 1700 km

Slide 9 - Slide

Aan de slag:
Wat?
§1.3 Opdrachten: 
        Herhaling:  
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 10 - Slide

Een hoogtegordel en hoogteligging is hetzelfde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Klopt deze regel?
Hoe hoger je komt, hoe minder begroeiing
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Welke 2 van onderstaande beweringen zijn onjuist (fout)
A
En plaats ligt op 87 graden NB
B
Een plaats ligt op 93 graden ZB
C
Een plaats ligt op 10 graden Oosterbreedte
D
Een plaats ligt op 10 graden Westerlengte

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Kruis twee antwoorden aan: Nederland ligt op:
A
Het zuidelijk halfrond
B
Het noordelijk halfrond
C
Oosterlengte
D
Westerlengte

Slide 15 - Quiz

Hooggebergte
Middelgebergte
Heuvelland
Laagland
Tussen 500-1500 m
Hoger dan 1500m
Tussen de 200-500 m
Onder de 200 m

Slide 16 - Drag question

Boven de naaldboomgordel bevindt zich de:
A
loofboomgordel
B
alpenweiden
C
rotsgordel
D
eeuwige sneeuw

Slide 17 - Quiz

Na deze gordel groeien er geen bomen meer
A
Loofboomgordel
B
Naaldboomgordel
C
Alpenweiden
D
Rotsgordel

Slide 18 - Quiz

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • Kan je de verschillende hoogtegordels aangeven met vegetatie.
  • Ken je het verschil tussen absolute en relatieve afstand.

Slide 19 - Slide

Aan de slag:
Wat?
§1.3 Opdrachten: 
        Herhaling:  
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 20 - Slide

Begrippenlijst

Slide 21 - Slide