H1.3 les 5 Zuivere stoffen en mengsels

H1 Stoffen en materialen
Les 5 
Zuivere stoffen en mengsels

NOVA 3V H1.3
1 / 32
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 Stoffen en materialen
Les 5 
Zuivere stoffen en mengsels

NOVA 3V H1.3

Slide 1 - Slide

terugblik op vorige les
zijn er vragen over het huiswerk?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen: je kunt...
  • met het deeltjesmodel uitleggen wat het verschil is tussen een zuivere stof en een mengsel
  • met het deeltjesmodel uitleggen wat homogene en heterogene mengsels zijn
  • uit de temperatuurverandering tijdens fase-overgang afleiden of een stof zuiver is of een mengsel (kookpunt/traject, stolpunt/traject)
  • zes typen mengsels benoemen, voorbeelden geven
  • EXTRA: de functie van een emulgator beschrijven

Slide 3 - Slide

Zuivere stof


Mengsel
macroniveau:
één stof
Maak 2 kolommen in je schrift en neem over
macroniveau:

microniveau:

microniveau:

Slide 4 - Slide

Zuivere stof


Mengsel
macroniveau:
één stof
microniveau:
één soort deeltjes,
alle deeltjes zijn hetzelfde
Maak 2 kolommen in je schrift en neem over

Slide 5 - Slide

Zuivere stof


Mengsel
macroniveau:
één stof
microniveau:
één soort deeltjes,
alle deeltjes zijn hetzelfde
macroniveau:
meerdere stoffen door elkaar
Maak 2 kolommen in je schrift en neem over

Slide 6 - Slide

Zuivere stof


Mengsel
macroniveau:
één stof
microniveau:
één soort deeltjes,
alle deeltjes zijn hetzelfde
macroniveau:
meerdere stoffen door elkaar
microniveau:
meerdere soorten deeltjes door elkaar,
de deeltjes zijn verschillend
Maak 2 kolommen in je schrift en neem over

Slide 7 - Slide

de meeste stoffen in het dagelijks leven zijn mengsels

Slide 8 - Slide

homogeen mengsel
heterogeen mengsel
microniveau: moleculen van beide stoffen zijn helemaal gemengd
microniveau
macroniveau

macroniveau

Maak 2 kolommen in je schrift en neem over

Slide 9 - Slide

homogeen mengsel
heterogeen mengsel
microniveau: moleculen van beide stoffen zijn helemaal gemengd
microniveau
macroniveau
bijvoorbeeld wijn:
water en alcohol zijn volledig gemengd
macroniveau

Slide 10 - Slide

homogeen mengsel
heterogeen mengsel
microniveau: moleculen van beide stoffen zijn helemaal gemengd
microniveau: groepjes moleculen van de ene stof zitten tussen moleculen van de andere stof
macroniveau
bijvoorbeeld wijn:
water en alcohol zijn volledig gemengd
macroniveau

Slide 11 - Slide

homogeen mengsel
heterogeen mengsel
microniveau: moleculen van beide stoffen zijn helemaal gemengd
microniveau: groepjes moleculen van de ene stof zitten tussen moleculen van de andere stof
macroniveau
bijvoorbeeld wijn:
water en alcohol zijn volledig gemengd
macroniveau
bijvoorbeeld modder:
je kunt aanwijzen waar het zand in het water zit

Slide 12 - Slide

Scheiden (H1.4)
macro:
Mengsels kun je scheiden in de afzonderlijke stoffen. 
micro: 
Je gaat de moleculen sorteren.

Slide 13 - Slide

Soorten mengsels
Op de volgende dia's krijg je uitleg over drie verschillende soorten mengsels.
Maak een tabel 
in je schrift 
en vul in:






nr.
naam
gemengde stoffen
helder of troebel
homogeen of heterogeen
1
2
3
4
5
6

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Soorten mengsels
nr.
naam
gemengde stoffen
helder of troebel
homogeen of heterogeen
1
oplossing
- vaste stof + vloeistof
helder
homogeen
2
3
4
5
6

Slide 16 - Slide

ook dit is een oplossing
- helder
- vloeistof + vloeistof

Slide 17 - Slide

Soorten mengsels
nr.
naam
gemengde stoffen
helder of troebel
homogeen of heterogeen
1
oplossing
- vaste stof + vloeistof
- vloeistof + vloeistof
helder
homogeen
2
3
4
5
6

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Soorten mengsels
nr.
naam
gemengde stoffen
helder of troebel
homogeen of heterogeen
1
oplossing
vaste stof + vloeistof
vloeistof + vloeistof
helder
homogeen
2
suspensie
vaste stof + vloeistof
troebel
heterogeen
3
4
5
6

Slide 20 - Slide

3. Emulsie
= troebel (als je ze mengt)


Slide 21 - Slide

Soorten mengsels
nr.
naam
gemengde stoffen
helder of troebel
homogeen of heterogeen
1
oplossing
vaste stof + vloeistof
vloeistof + vloeistof
helder
homogeen
2
suspensie
vaste stof + vloeistof
troebel
heterogeen
3
emulsie
vloeistof + vloeistof
troebel
heterogeen
4
5
6

Slide 22 - Slide

nog meer soorten mengsels


4. gasmengsel      5. nevel (mist)         6. rook
 
gas + gas
("helder")
homogeen
fijn verdeelde vloeistof in gas
("troebel")
heterogeen
fijn verdeelde vaste stof in gas
("troebel")
heterogeen

Slide 23 - Slide

ontmengen
emulsie
emulgator
EXTRA
Op de volgende dia's wordt uitgelegd wat een emulgator is en wat het verschil is tussen mengen en een chemische reactie
(zie gedeelde les)

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

uitleg op microniveau
Bij een fase-overgang van een zuivere stof verandert de afstand en de beweging (snelheid) van de moleculen
Bij mengen van twee zuivere stoffen bewegen twee soorten moleculen door elkaar heen 
Bij een chemische reactie verdwijnen de moleculen van de beginstoffen en ontstaan nieuwe moleculen die er eerst nog niet waren (hier komen we later nog op terug).

Op de volgende dia zie je dit met molecuultekeningen weergegeven. 

Slide 26 - Slide


fase overgang
chemische reactie
mengsel

Slide 27 - Slide

Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 28 - Quiz

Welk mengsel is altijd helder?
A
Suspensie
B
Oplossing
C
Emulsie
D
Emulgator

Slide 29 - Quiz

Water gemengd met zand is een
A
Suspensie
B
Emulsie
C
Oplossing

Slide 30 - Quiz

Hoe heet het mengsel van een vloeistof in een gas?
A
schuim
B
rook
C
oplossing
D
nevel

Slide 31 - Quiz

eigen werk
Lees blz 22 tm 27 goed door
Leer de betekenis van de blauwe woorden van H1.3, de uitleg op microniveau van scheiden (=tabel 1), homogeen (fig. 4) en heterogeen (fig. 5 + 6) en het aflezen van kook/stol/diagrammen (fig. 3)
maak: H1.3 opgave 1, 3, 6 en 7

Slide 32 - Slide