What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
oefenen met woordsoorten
leesboek
Deze periode lees je weer een leesboek
kies een boek van de jeugdbibliotheek
Tips? https://www.boekvoornederlands.nl/
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
leesboek
Deze periode lees je weer een leesboek
kies een boek van de jeugdbibliotheek
Tips? https://www.boekvoornederlands.nl/
Slide 1 - Slide
Noem een woordsoort?
Slide 2 - Mind map
Oefenen woordsoorten
Zelfstandig werkwoord , hulpwerkwoord, persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord en het teloord
Slide 3 - Slide
Werkwoorden
Zelfstandige werkwoorden
:
-hebben een duidelijke betekenis in de zin
- kunnen alleen in de zin voorkomen
Hulpwerkwoorden
:
-komen voor in een zin met meer werkwoorden
Slide 4 - Slide
Wat is het zww en welke het hww?
Zij hebben de marathon gelopen.
A
hebben = zww gelopen = zww
B
hebben = hww gelopen = hww
C
hebben = hww gelopen = zww
D
hebben = zww gelopen = hww
Slide 5 - Quiz
Noteer de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.
Jullie zullen toch wel jullie mond houden tijdens deze voorstelling?
Slide 6 - Open question
Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Pers. vnw : een persoon of ding
Bez. vnw: het is van iemand, staat voor het zn
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
pers. vnw.
bez. vnw
je
hen
zijn
ik
jouw
uw
zij
Slide 9 - Drag question
Ik zoek de betekenis van het woord straks even
op
.
A
Wel een voorzetsel
B
Geen voorzetsel
Slide 10 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Ik
heb
veel nagedacht.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
Slide 11 - Quiz
Hoeveel voorzetsels staan er in onderstaande zin?
Na de gymles op school kleden de leerlingen zich altijd snel om.
Slide 12 - Open question
Kies de juiste woordsoort.
Deze kok
heeft
loempia’s met verschillende Aziatische smaken bedacht.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
Slide 13 - Quiz
Noteer de bijvoeglijke naamwoorden (door een komma gescheiden).
Van oude boterhammen kun
je heerlijke wentelteefjes maken.
Slide 14 - Open question
Noteer het voorzetsel uit deze zin.
Van oude boterhammen kun
je heerlijke wentelteefjes maken.
Slide 15 - Open question
Kies de juiste woordsoort.
Deze kok heeft
loempia’s met verschillende Aziatische smaken
bedacht
.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
Slide 16 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Archeologen
hebben
een bijzondere vondst gedaan
in het Italiaanse Pompeï
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 17 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Archeologen
hebben
een bijzondere vondst gedaan
in het Italiaanse Pompeï
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 18 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Archeologen hebben
een bijzondere vondst gedaan
in het
Italiaanse
Pompeï
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 19 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Volgens
mij
word jij beïnvloed door jouw vrienden
A
Pers. voornaamwoord
B
Bez. voornaamwoord
Slide 20 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Volgens mij word
jij
beïnvloed door jouw vrienden
A
Pers. voornaamwoord
B
Bez. voornaamwoord
Slide 21 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Volgens mij word jij beïnvloed door
jouw
vrienden
A
Pers. voornaamwoord
B
Bez. voornaamwoord
Slide 22 - Quiz
hoofdtelwoord
Een hoofdtelwoord (htw): geeft een
hoeveelheid
aan.
Je kunt dit tellen
Voorbeeld: Ik heb … (drie, honderdtwintig, veel) pennen in mijn etui.
Slide 23 - Slide
0
Slide 24 - Video
Wat is dus een hoofdtelwoord?
Slide 25 - Open question
even oefenen
Joanne heeft vier kleinkinderen.
wat is 'vier'
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord
Slide 26 - Quiz
Het vierde paasei begint vaak al minder lekker te worden.
wat is 'vierde'
A
hoofdtelwoord
B
rangtelwoord
Slide 27 - Quiz
Als lunch eet ik eerst een beschuit en als tweede eet ik graag twee eieren.
Wat is hier het hoofdtelwoord?
Slide 28 - Open question
Als je één paaseitje pakt, volgen er meestal nog drie.
Schrijf de telwoorden op en ook of het een hoofdtelwoord of rangtelwoord is.
Slide 29 - Open question
Ik ken de verschillende woordsoorten
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 30 - Poll
Ik heb nog extra hulp nodig
A
ja
B
nee
Slide 31 - Quiz
oefenen
Slimleren
Slide 32 - Slide
More lessons like this
1HA Oefenen woordsoorten
February 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhaling woordsoorten klas 3
October 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
(1) Herhaling woordsoorten brugklas
January 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
(1) Herhaling woordsoorten brugklas
18 days ago
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Oefenen woordsoorten brugklas
March 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
(1) Herhaling woordsoorten brugklas
August 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
(1) Herhaling woordsoorten brugklas
June 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
(1) Herhaling woordsoorten brugklas
April 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1