Trappen van vergelijking

Trappen van vergelijking 
Grammatik
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Trappen van vergelijking 
Grammatik

Slide 1 - Slide

Hoofdregel (deel 1)
- In het Duits krijgt de vergrotende trap 'er' achter het woord.
Beispiel: klein - kleiner 

-  Zet voor de overtreffende trap 'am' voor en 'sten' achter het woord.
Beispiel: klein - kleiner - am kleinsten


Let op: woorden die eindigen op een d, t of "sisklank" (s, z, ß) krijgen achter het woord 'esten'
Beispiel: heiß - heißer - am heißesten


Slide 2 - Slide

Hoofdregel (deel 2)
- Sommige woorden krijgen in de vergrotende en overtreffende trap een Umlaut

* jung - jünger - am jüngsten
* warm - wärmer - am wärmsten
* lang - länger - am längsten
* kurz - kürzer - am kürzesten

* alt - älter - am ältesten
* kalt - kälter - am kältesten 

Slide 3 - Slide

Onregelmatig
Sommige vormen zijn onregelmatig: deze moet je leren.

- gut - besser - am besten
- viel - mehr - am meisten
- gern  - lieber - am liebsten


Slide 4 - Slide

ÜBEN

Slide 5 - Slide

Ich trinke [het liefst] Cola.
A
am liebsten
B
lieber

Slide 6 - Quiz

In Berlin ist es [kouder] als in Amsterdam.
A
kälter
B
am kältesten

Slide 7 - Quiz

Die Stadt Wien ist [het grootst].
A
größer
B
am größten

Slide 8 - Quiz

Eine Pizza schmeckt [beter] als Spagetti.
A
besser
B
am besten

Slide 9 - Quiz

Auf Ibiza ist es am Moment [het warmst]
A
wärmer
B
am wärmsten

Slide 10 - Quiz